Rekenen D1 Paragraaf 1.2

                                                          Welkom!


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 1 les 3
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

                                                          Welkom!


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 1 les 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Hoofdstuk 1 Grootheden en eenheden
Paragraaf 1.2 Lengte

Domein 1
Toets 1
Domein 2
Toets 2
Domein 3
Toets 3
Domein 4
Toets 4
Domein 5
Examen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen H1


Groep: PBSD 

Vak: Nederlands blok 1

Docent: mevrouw K. van Zaalen

Les 1
Les 2
Les 3
Les 4
Les 5
Les 6
Les 7
Les 8
Les 9
Les 10
Introductie
Par. 1.1
Par. 1.2
Par. 1.3
Par. 1.4
Par. 1.5
Par. 1.6
Par. 1.7
Par. 1.8
TOETS
Wat gaan we doen?
Starten
Opstarten van de les
Kennis activeren
Uitleg par. 1.2 Lengte
Kennis trainen
Maken (selectie van) opdrachten par. 1.2
Kennis checken
Nabespreken (selectie van) opdrachten par. 1.2
Kennis toetsen
Toetsen examenopdracht met toelichting
Afronden
Beantwoorden van individuele vragen
Extra
Korte herhaling van de introductie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Aan het werk via de korte route
  • Blijf ingelogd in Google.
  • Maak de opdrachten van par. 1.2.
  • Meld je tijdig voor de examenopdracht!
Voortgang
Ik beoordeel je opdracht en voorzie die van een cijfer en persoonlijke feedback. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Oefenen met de basisvaardigheden
Tijdens de basisroute behandelen we alle lesstof die wordt getoetst bij het examen rekenen. We herhalen daarnaast een deel van de basisvaardigheden. 

Deze week behandelen we deel 1 van het metriek stelsel.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Metriek stelsel (1)

Leerdoelen


  • Ik ken de eenheden van lengte.
  • Ik kan de eenheden van lengte omzetten van de ene eenheid naar de andere.



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Hoeveel rekensprongen moet je maken om te weten
hoeveel millimeter 3 meter is?
A
1 sprong
B
2 sprongen
C
3 sprongen
D
4 sprongen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies




Hoeveel rekensprongen moet je maken om te weten
hoeveel decimeter 12,4 decameter is?
A
1 sprong
B
2 sprongen
C
3 sprongen
D
4 sprongen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies





2,7 m =
A
27 mm
B
270 mm
C
2700 mm
D
27000 mm

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies





0,35 km =
A
3,5 dam
B
35 dam
C
350 dam
D
3500 dam

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies





6 dm + 3 cm + 7 mm =
A
16 cm
B
63,7 cm
C
70 cm
D
97 cm

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
5:00
Pauze

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Paragraaf 1.2 Lengte

Leerdoelen


  • Ik kan rekenen met lengtematen.



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





145 meter =
A
1450 decimeter
B
14 500 centimeter
C
145 000 millimeter
D
A + B + C

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies





27,6 dm - 13,8 cm =
A
13,8 cm
B
41,4 cm
C
262,2 cm
D
289,8 cm

Slide 15 - Quizvraag

27,6  dm x 10 = 276 cm 
276 cm - 13,8 cm = 262,2 cm




7,6 km - 120 m =
A
640 m
B
880 m
C
7480 m
D
7720 m

Slide 16 - Quizvraag

7,6 x 1000 = 7600 m 
7600 m - 120 m = 7480 m

Aan het werk via de basisroute
  • Maak opdracht 2 t/m 4 van par. 1.2. 
 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Opgaven pagina 13
timer
20:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




3. Voor het bespannen van een tennisracket heb je 1150 cm snaar nodig. Op een rol zit 200 m. Hoeveel rackets kun je met één rol bespannen? Rond af op een heel getal.
Bij deze opdracht kan je liggend geld oprapen. Je hoeft alleen maar te bukken!
A
1,7 rackets
B
2 rackets
C
17 rackets
D
17,4 rackets

Slide 19 - Quizvraag

200 m = 20000 cm : 1150 = 17(,39) rackets


Opdracht 4
  1. 600 + 30 + 7 = 637 mm
  2. 9000 + 1400 + 45 = 10445 m
  3. 7,56 + 4,5 + 0,54 = 12,6 dm
  4. 4,75 + 4 + 5,25 = 14 km 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Aan het werk via de basisroute
  • Maak opdracht 11 en 12 van paragraaf 1.2.
 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Opgaven pagina 13
timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide


Opdracht 12
Vuren geschaafd
44x44mm  300cm FSC




11a. De afstand naar de markt is...
A
2 meter
B
20 meter
C
200 meter
D
2000 meter

Slide 23 - Quizvraag

0,2 km x 1000 = 200 meter




11b. Hoe ver ligt Herzogenrath vanaf dit bord verder dan Vaals?
A
7,7 km
B
8,3 km
C
77 hm
D
83 hm

Slide 24 - Quizvraag

13 - 5,3 = 7,7 km x 10 = 77 hm




12a. Wat is de lengte van de balken in meters?
A
0,003 meter
B
0,03 meter
C
0,3 meter
D
3 meter

Slide 25 - Quizvraag

300 cm : 100 = 3 meter




12b. Wat is de breedte van de balken in centimeter?
A
44 cm
B
4,4 cm
C
0,4 cm
D
0,04 cm

Slide 26 - Quizvraag

44 mm : 10 = 4,4 cm



12c. Je koopt een partij balken voor € 60,75. Wat is de totale lengte van de balken in decimeters?
A
9 dm
B
27 dm
C
90 dm
D
270 dm

Slide 27 - Quizvraag

€ 60,75 : € 6,75 = 9 
9 x 300 cm = 2700 cm : 10 = 270 dm
timer
5:00
Pauze

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Paragraaf 1.2 Oefenen voor het examen
Bij het maken van je examen kijken examinatoren niet alleen naar of je het juiste antwoord op de vraag kan geven. Zij willen ook weten hoe je tot dat antwoord bent gekomen. Dat kan je laten zien door een berekening te maken en die op te schrijven. Dat oefenen we bij het maken van de wekelijkse examenopdrachten. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Examenopdracht
Julia maakt linten om de dozen. Voor
elk lint rekent ze 25 cm extra om de
strik te maken.

a. Bereken hoeveel centimeter lint 
Julia nodig heeft voor doos 1.

b. Bereken hoeveel meter lint Julia
nodig heeft voor doos 2. 
timer
7:00
Doos 1
Doos 2

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Voor doos 1 heeft Julia ... centimeter lint nodig?
A
115
B
125
C
135
D
145

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies





Voor doos 2 heeft Julia ... meter lint nodig?
A
1,33
B
13,3
C
133
D
1330

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoe schrijf je dat op bij je examen?
Opdracht a
4 x 15 + 4 x 15 + 25 = 145 cm
60 + 60 + 25 = 145 cm

Opdracht b
2 x 25 + 2 x 15 + 4 x 7 + 25 = 133 cm
50 + 30 + 28 + 25 = 133 cm = 1,33 m


Doos 1
Doos 2
Wat weet je al?
Je weet de afmetingen in centimeters van doos 1.
De afstand zijn l15 cm x b15 cm x h15 cm.

Je weet de afmetingen in centimeters van doos 2.
De afmetingen l25 cm x b15 cm x h7 cm.

Je weet hoeveel centimeter extra lint nodig is.
Dat is 25 cm per doos.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Heb je je leerdoelen gehaald?

Leerdoelen

  • Ik kan rekenen met lengtematen.


Volgende week

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                                                          Welkom!


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Introductie

Slide 35 - Tekstslide

Naam vakdocent en emailadres melden.




Stel je voor, je loopt op straat en je ziet ineens een
briefje van 50 euro op de grond liggen. Wat doe je?
A
Je bukt en pakt het op. Snel verdiend, toch?
B
Je laat het liggen. Je hebt geld genoeg!

Slide 36 - Quizvraag

Er zullen maar heel weinig mensen zijn die een briefje van 50 euro op straat laten liggen: het geld ligt namelijk letterlijk voor het oprapen.

Rekenen is het vak van het liggende geld: bij het maken van de opdrachten hoef je vaak alleen maar te bukken en punten op te rapen.

Het examen rekenen is ook een examen van liggend geld: een kwart van het cijfer voor het examen is een kwestie
van bukken en oprapen. 

Je moet alleen wél weten waar het geld ligt. En dát leer je van mij tijdens de lessen rekenen.

Introductie van het vak rekenen
  1. Leerdoelen van de introductie
  2. Belangrijke informatie vak rekenen
  3. Belangrijke informatie examen
  4. Aanwezigheid en activiteit
  5. Regels tijdens de lessen






Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


1. Leerdoelen van deze introductie
  • Je weet met welk examen het vak rekenen wordt afgesloten.
  • Je weet wat je moet doen om het examen rekenen te halen.
  • Je weet wat jouw beginniveau is en waar je nog mee moet oefenen.
  • Je kunt de richtlijnen benoemen die belangrijk zijn voor het examen.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


2. Belangrijke informatie vak rekenen
Het vak rekenen beslaat vijf domeinen. Een domein is een vakgebied binnen het rekenen. Je sluit het vak rekenen in week 30 af met een instellingsexamen. Je bereidt je voor op dat examen door het maken van wekelijkse (examen)opdrachten en vijf verplichte toetsen. Daarbij gebruik je de basisvaardigheden als hulpmiddel.


Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Domeinen vak rekenen
Domeinen
Blok
Niveau
1.
Grootheden en eenheden
1
BBL en BOL niveau 3 en 4
2.
Oriëntatie in de twee- en driedimensionale wereld
2
BBL en BOL niveau 3 en 4
3.
Verhoudingen herkennen en gebruiken
2
BBL en BOL niveau 3 en 4
4.
Procenten gebruiken
3
BBL en BOL niveau 3 en 4
5.
Omgaan met kwantitatieve informatie
3
BBL en BOL niveau 3 en 4

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Lesmateriaal
Tijdens de online lessen oefenen we met opdrachten van de methode NU Rekenen van uitgeverij Noordhoff. Voor NU Rekenen heb je een licentie nodig. Aan de eerste 6 lessen kan je deelnemen zonder licentie; vanaf week 7 is een geactiveerde licentie noodzakelijk. Zonder licentie kan je niet actief deelnemen aan de lessen.

Slide 41 - Tekstslide

Welke licentie je moet bestellen, hoe je die moet activeren en hoe je je aan de juiste klas moet koppelen, kan je vinden in Google Classroom. 

3. Belangrijke informatie examen
Tijdens het instellingsexamen nieuwe stijl worden je kennis en vaardigheden binnen de vijf domeinen van het vak rekenen getoetst. Het examen wordt aan het eind van blok 3 op de vaste leslocatie afgenomen. Je hebt twee uur de tijd om ongeveer 25 opdrachten te maken. Daarbij mag je een online rekenblad en rekenmachine gebruiken.


Rekenvraag I
Hoeveel minuten heb je per opdracht?

Slide 42 - Tekstslide

120 : 25 = 4,8 minuten

Slaag- en zakregeling generieke vakken
De generieke vakken rekenen, Engels en Nederlands worden met een voldoende afgerond als er voor maximaal één vak minimaal een 5, en voor de twee andere vakken een 6 of hoger is behaald. Maar we gaan natuurlijk voor het maximale.



Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


4. Aanwezigheid en activiteit
Bij de start van de online les moet je aanwezig zijn. Je aanwezigheid wordt bijgehouden aan de hand van de tijden waarop je bent ingelogd in Google Meet. Er wordt van je verwacht dat je actief aan de lessen meedoet. Zowel je aanwezigheid als activiteit worden in Yuno bijgehouden. Die komen onder andere ter sprake gedurende de SLB-gesprekken.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


5. Regels lessen en absentie
  • Je bent tenminste 80% van de verplichte lestijd aangemeld in Google.
  • Je maakt iedere les minimaal vier verplichte online opdrachten.
  • Je maakt minimaal vier van de vijf verplichte domeintoetsen.
  • Je stelt eventuele vragen in de chat of via de mail.


Rekenvraag II
Wat is 80% van 2,5 uur?

Slide 45 - Tekstslide

1 uur = 60 minuten
2 uur = 120 minuten
0,5 uur = 30 minuten

120 + 30 = 150 minuten

150 : 100 x 80 = 120 minuten
of 150 x 0,8 = 120 minuten


Beoordeling per blok
Aanwezigheid                                                       Resultaat domeintoetsen



Activiteit
9 - 10 lessen = goed
5 - 8 lessen = voldoende
< 5 lessen = onvoldoende
4 online opdrachten + EO = goed
4 online opdrachten = voldoende
< 4 online opdrachten = onvoldoende
cijfer hoger dan 8,4 = zeer goed
cijfer tussen 7 en 8,4 = goed
cijfer tussen 5 en 6,9 = voldoende
cijfer lager dan 5 = onvoldoende

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Ben je ziek?
Stuur me dan vóór de les een mail en vermeld daarin duidelijk je naam en groep.

Slide 47 - Tekstslide

Mailadres vermelden in de chat.



Heb je een vraag of opmerking?

Slide 48 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies