'Meer dan lezen' §2 onderwerp th

Welkom!
Fijn dat je er bent,
ga lekker zitten.

Pak je spullen!
  1. lesboek
  2. schrift
  3. pen
  4. leesboek

Open je leesboek, 
we starten met lezen.
timer
15:00
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Fijn dat je er bent,
ga lekker zitten.

Pak je spullen!
  1. lesboek
  2. schrift
  3. pen
  4. leesboek

Open je leesboek, 
we starten met lezen.
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
  • Je leert het onderwerp van een tekst bepalen. 
  • Je leert wat oriënterend lezen is. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Waar ging het filmpje over?

Slide 5 - Tekstslide

§2 Onderwerp 
Elke tekst gaat ergens over, dat noem je het onderwerp van een tekst. Dit zeg je met één of een paar woorden. 
Bijvoorbeeld: katten, de lekkerste pepernoten of balsporten.

Het is belangrijk om goed te weten wat het onderwerp van een tekst is, want zo kun je de tekst beter begrijpen. 

Slide 6 - Tekstslide

§2 Onderwerp 
Om het onderwerp te bepalen lees je de tekst oriënterend
Dat doe je zo:
  1. Bekijk de tekst
    - Lees de titel
    - Kijk naar de illustraties
    - Lees de tussenkopjes
    - Kijk naar andersgedrukte woorden
    - Let op dezelfde woorden die je vaker worden gebruikt
  2. Lees het eerste stukje van de tekst (= de inleiding)
    Hier vind je vaak het onderwerp in een paar woorden. 

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld
- Je hebt de tekst oriënterend gelezen. Hoe heb je dat aangepakt?
- Welke vraag stel je jezelf om het onderwerp te bepalen?
- Wat het is het onderwerp van de tekst?



Welke vraag heb je nog?

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!
Je weet nu hoe je het onderwerp van een tekst kunt bepalen. 
Je gaat opdracht 2 maken. 

Wat? Je maakt opdracht 2 op p. 17 en 18
Hoe? Antwoorden noteer je in je schrift, markeren mag in je boek. 
Hulp? Je werkt zelfstandig dus in stilte. Steek je hand op als het niet lukt. 
Tijd? 15 minuten. 
Klaar? Maak opdracht 3. 

Slide 11 - Tekstslide

Welkom!
Fijn dat je er bent,
ga lekker zitten.

Pak je spullen!
  1. lesboek
  2. schrift
  3. pen
  4. leesboek

Open je leesboek, 
we starten met lezen.
timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Deze les
  • Toets bespreken
  • Je leert het onderwerp van een tekst bepalen. 
  • Je leert wat oriënterend lezen is. 

Slide 14 - Tekstslide



Toets bespreken:
Pak een andere kleur pen.
Vragen? Na het bespreken.
timer
2:00

Slide 15 - Tekstslide

§2 Onderwerp 
- Het onderwerp van een tekst zegt waar de tekst over gaat. 

- Het is belangrijk om goed te weten wat het onderwerp van een tekst is, want zo kun je de tekst beter begrijpen. 

- Om het onderwerp te bepalen lees je de tekst ......................................

Slide 16 - Tekstslide

§2 Onderwerp 
Oriënterend lezen doe je zo:
  1. Bekijk de tekst. 
    Waar let je dan op?
  2. Lees de inleiding en bepaal het onderwerp.
    Welke vraag stel je jezelf om het onderwerp te bepalen? 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag!
Je weet nu hoe je het onderwerp van een tekst kunt bepalen. 

Wat? Je maakt opdracht 2, 3 en 4 op p. 17 - 19
Hoe? Antwoorden noteer je in je schrift, markeren mag in je boek. 
Hulp? Je werkt zelfstandig dus in stilte. Steek je hand op als het niet lukt. 
Tijd? 15 minuten. 
Klaar? Maak opdracht 1. 

Slide 19 - Tekstslide

Je maakt de oefentoets. Je werkt zelfstandig dus in stilte.
We bespreken het over een kwartier. 

timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide

Welkom!
Fijn dat je er bent,
ga lekker zitten.

Pak je spullen!
  1. lesboek
  2. schrift
  3. pen
  4. leesboek

Open je leesboek, 
we starten met lezen.
timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Deze les
  • Je leert het onderwerp van een tekst bepalen. 
  • Je leert wat oriënterend lezen is. 
  • Je leert over onbekende woorden en woordraadstrategieën gebruiken.


  • We herhalen alle theorie van § 1 en 2

Slide 23 - Tekstslide

§2 Onderwerp 
- Het onderwerp van een tekst zegt waar de tekst over gaat. 

- Het is belangrijk om goed te weten wat het onderwerp van een tekst is, want zo kun je de tekst beter begrijpen. 

- Om het onderwerp te bepalen lees je de tekst ......................................

Slide 24 - Tekstslide

§2 Onderwerp 
Oriënterend lezen doe je zo:
  1. Bekijk de tekst. 
    Waar let je dan op?
  2. Lees de inleiding en bepaal het onderwerp.
    Welke vraag stel je jezelf om het onderwerp te bepalen? 

Slide 25 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst Het lieveheersbeestje?

Slide 26 - Tekstslide

timer
0:20

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag!
Je weet nu hoe je het onderwerp van een tekst kunt bepalen. 
We maken samen opdracht 5. Daarvoor kijken we een filmpje en geven jullie antwoord op de vragen. 

Wat? Lees eerst de vragen door. Daarna pak je je schrift en een pen.
We bekijken het filmpje twee keer, je kunt terwijl je kijkt de antwoorden in je schrift schrijven. 
Verdeel je aandacht goed! We bespreken de opdracht straks. 

Slide 29 - Tekstslide

Herhaling § 1
Soms lees je een woord waarvan je niet weet wat het betekent.
Je kent vier woordraadstrategieën om de betekenis van een woord te ontdekken.
Synoniem: woord met dezelfde betekenis. 
Zoek een synoniem in dezelfde zin of in de zin ervoor of erna.
Omschrijving: legt in meer dan één woord de betekenis van een onbekend woord uit.
Voorbeeld: kan de betekenis van een onbekend woord uitleggen. 
Let op woorden als: zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van, neem nou.
Tegenstelling: kan helpen om de betekenis van een moeilijk woord te achterhalen. 
Let op woorden als: maar, echter, toch, daarentegen. Na zulke woorden volgt vaak een tegenstelling.

Slide 30 - Tekstslide

Herhaling § 2
Elke tekst gaat ergens over, dat noem je het onderwerp van een tekst. 
Dit zeg je met één of een paar woorden. 
Om het onderwerp te bepalen lees je de tekst oriënterend.
Dat doe je zo:
1. Bekijk de tekst
- Lees de titel
- Kijk naar de illustraties
- Lees de tussenkopjes
- Kijk naar andersgedrukte woorden
- Let op dezelfde woorden die je vaker worden gebruikt


2.  Lees het eerste stukje van de tekst (= de inleiding)
Hier vind je vaak het onderwerp in een paar woorden. 

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Blooket!

Slide 33 - Tekstslide

'Meer dan lezen' §2 onderwerp th

Slide 34 - Tekstslide