Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2.2 DNA en specialisatie
2.2 DNA en specialisatie
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
2.2 DNA en specialisatie
Slide 1 - Tekstslide
Waar in een dierlijke cel bevind zich het DNA?
Slide 2 - Open vraag
DNA vs RNA
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
DNA bevat de bouwinstructie voor eiwitten
Chromosomen zitten in de celkern en zijn opgebouwd uit DNA.
Slide 5 - Tekstslide
Vier verschillende
stikstofbasen
: Adenine (A), Thymine (T), Cytosine (C), Guanine (G)
Combinaties A=T en C≡G (baseparing)
De ene streng is
complementair
aan de andere
DNA
Slide 6 - Tekstslide
Welke basen zitten in de complementaire streng van ATGGT?
Slide 7 - Open vraag
Eiwitproductie
1. Eiwitproductie begint in de celkern. Een stukje DNA bevat de bouwinstructie voor een eiwit
2. Dit stukje wordt gekopieerd in de vorm van een RNA molecuul (
transcriptie
)
3. Via de kern poriën reist het RNA molecuul vervolgens naar het cytoplasma
4. Een
ribosoom
“leest” het RNA- molecuul en koppelt dan aminozuren aan elkaar volgens de bouwinstructie (
translatie
)
Slide 8 - Tekstslide
Transcriptie: DNA naar RNA
Een stuk DNA dat codeert voor één eiwit (eigenschap) is een
gen
.
De volgorde van stikstofbasen (A,T,C,G) in dat stuk DNA is de code voor het maken van het eiwit.
Eiwitten bestaan uit een keten van aminozuren. Er zijn 20 verschillende aminozuren.
Als het eiwit moet worden gemaakt wordt eerst van het gen een kopie gemaakt --> RNA
Slide 9 - Tekstslide
Transcriptie: DNA naar RNA
- RNA is enkelstrengs
- RNA heeft Uracil (U) ipv Thymine (T) als stikstofbase
Tegenover de A wordt een U ingebouwd en tegenover T een A
Bij C een G en bij G een C.
Slide 10 - Tekstslide
Een gen heeft de volgende DNA-code:
TTG-TCC-AAG-AAT-CCG-TAA.
Wat is het RNA kopie van dit gen?
Slide 11 - Open vraag
Translatie: RNA naar eiwit
Het RNA verlaat de kern (via een kernporie) naar het cytoplasma en bindt aan een ribosoom.
Het ribosoom leest het mRNA in steeds 3 basen tegelijk (triplet/ codon).
Slide 12 - Tekstslide
Translatie: RNA naar eiwit
Slide 13 - Tekstslide
RNA naar eiwit: translatie
BINAS 71 G. Stel codon AAG.
Slide 14 - Tekstslide
AUG-AAC-AGG-UUC-UAG-GGC-AUU
geef de aminozuren die gemaakt worden van deze RNA streng.
Slide 15 - Open vraag
oefenen
maak opdrachten 23 t/m 31 van 2.2
Slide 16 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
2.2 en 2.3: DNA + Celdeling
Mei 2023
- Les met
36 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
4V 2.4 DNA: het besturingssysteem van de cel
Mei 2023
- Les met
29 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
3V Proefles Biologie DNA
Mei 2023
- Les met
21 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
3H/V Proefles Biologie DNA
December 2023
- Les met
24 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
4V 2.4 DNA: het besturingssysteem van de cel
Juni 2022
- Les met
36 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
2.2 DNA en specialisatie
November 2023
- Les met
17 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
17.3 transcriptie translatie dl1 voorbereiding
September 2023
- Les met
47 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
5H Herh. H2 Cellen
Februari 2023
- Les met
30 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4