Zo noem je de manier waarop je dingen
vergelijkt met elkaar
Als twee dingen gelijk zijn, heet dat stellende trap
Hij is net zo vrolijk als ik.
Als twee dingen niet gelijk zijn, heet dat vergrotende trap
Hij is vrolijker dan ik.
Als het ene alle andere overtreft, heet dat overtreffende trap
Hij is de vrolijkste van de klas.