Cursus 7 Spelling

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welkom TH2
Winterjas uit. Tas van tafel. Spullen op tafel en pak je leesboek
1. Lezen -10 minuten
Hierna volgt een keuzemenu: zie papier op het bord

timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

Leesmoment
Vragen stellen na het lezen.
Eerst de uitleg, dan aan de slag met de keuze die je gemaakt hebt.
Je mag niet naar de wc tijdens
mijn lessen.
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 

-Ik kan het verschil tussen directe rede en indirecte rede uitleggen.
- Ik kan de juiste manier waarop je een citaat opschrijft gebruiken
- Ik kan de drie manieren waarop een dubbele punt gebruikt wordt uitleggen.

Uitleg: directe en indirecte reden https://youtu.be/WnChraHZRBI?feature=shared






Slide 5 - Tekstslide

Directe rede

Schrijf een zin op in de directe rede


Kijk op blz. 232 
Indirecte rede

Schrijf een zin op in de indirecte rede


Kijk op blz. 232

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Cursus 5 Grammatica
Gaat over zinsontleding. 
We doen alleen paragraaf 4, 6 en 8
Blz 204, 208 en 212
Wat weten jullie nog?

Slide 8 - Tekstslide

Stappenplan zinsontleding
1. Zoek eerst de persoonsvorm: Zet de zin in een andere tijd. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
Pv/ow/wg/lv/mv/bwb (blz. 275)



Slide 9 - Tekstslide

Kies een taak:
1. Oefentoets Spelling
2. Entreetoets Grammatica
3. Werkboek Spelling par 5 (236) en 6 (238)
4. Werkboek Grammatica, blz. 204 Par 4, blz. 208, par 6.
5. Lezen in je leesboek

Slide 10 - Tekstslide

Werkboek blz. 
Cursus 7 Spelling
Paragraaf 1 t/m 6

TOETS DONDERDAG 16 november
Telt 2x meer

Slide 11 - Tekstslide

Wat gaan we doen? Par 1 tm 6
Herhaling van vorig jaar- doen we klassikaal en samen, staat niet in je boek

Komma en aanhalingsteken- par 2
Dubbele punt- par 3
Meervouden- par 4
Verkleinwoorden- par 5
Leenwoorden - par 6





Slide 12 - Tekstslide

Cursus 7 blz. 230
Paragraaf 2- Ik kan komma's op de juiste manier gebruiken. 

timer
0:20

Slide 13 - Tekstslide

Ik gebruik een komma:
In een zin met twee persoonsvormen naast elkaar.
Tussen de delen van een opsomming (behalve voor het woord en).
Voor voegwoorden komt een komma: (omdat, maar, terwijl, zodat, nadat, toen, want, voordat).
Let op: bij het voegwoord en gebruik je geen komma.






Slide 14 - Tekstslide

Bijvoorbeeld
Mila kijkt naar la Casa de papel, omdat ze Spaans wil leren.
Hij kwam voor het eerst bij ons eten en pakte meteen het grootste stuk vlees.
Alex vloog over Nederland, België, Frankrijk en Spanje.
Terwijl ik de hond uitlaat, luister ik naar een podcast. 

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag blz 230 par 2
Werk in tweetallen
Begin met opdracht 5
Klaar? Start met opdracht 1 t/m 4 (is het huiswerk)
timer
20:00

Slide 16 - Tekstslide

Paragraaf 3 blz. 232
Dubbele punt en aanhalingsteken
Ik kan de dubbele punt en het aanhalingsteken goed gebruiken.
Aan de slag met opdracht 1 t/m 6
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Paragraaf 4 blz. 234
Meervouden op 's, s, -en, -ën.
Ik kan de juiste meervoudsvormen maken.

Aan de slag met opdracht 1 t/m 4
timer
20:00

Slide 18 - Tekstslide

Paragraaf 5
Verkleinwoorden

Slide 19 - Tekstslide

De theorie
Een dubbele punt gebruiken, betekent dat je iets gaat aankondigen of dat je iets aan het opsommen bent. 
Een citaat is het letterlijk opschrijven wat iemand zegt. 
Orlando zei: ‘Vrijdag ga ik op vakantie'.

timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide