On y va! classe 2 H/V 23/24

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui
Je me présente
La methode Grandes Lignes
L'Ipad
Les règles

Slide 2 - Tekstslide

Qui suis-je?
Je m'appelle madame Dankert ( dank)
Je suis votre prof de français 
Je suis mariée et j'ai deux fils
Je travaille le mardi, le mercredi, le jeudi et le vendredi au collège


Slide 3 - Tekstslide

Et toi peux-tu  te présenter?
  1. Je m'appelle...
  2. J'habite à....
  3. J'ai ... ans

Slide 4 - Tekstslide

Les règles pendant le cours
En entrant vous mettez les téléphones dans le sac de téléphone.
Vous vous installez et prenez vos livres devant vous.
L'Ipad reste dans votre sac sauf après autorisation de ma part. 
On essaie de parler français en classe ( voir: voca de classe)
Vous faites toujours vos devoirs.
Si vous vous demander quelque chose vous levez le doigt







Slide 5 - Tekstslide

Nu even een geheugenopfrisser!
Kennen jullie onderstaande zinnen en woorden nog?
Zet hem op!

Slide 6 - Tekstslide

la prof
l'élève
le mur
le sac à dos
le stylo
le livre
l'ordinateur
le portable
la porte
le bureau

Slide 7 - Sleepvraag

Wat is de vertaling van ...

Je peux ouvrir la fenêtre ?
A
Mag ik het raam dichtdoen?
B
Mag ik het raam openen?
C
Mag ik de deur dichtdoen?
D
Mag ik de deur openen?

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de vertaling van ...

Excusez-moi ! Je suis en retard.
A
Sorry! Ik heb mijn boek vergeten.
B
Sorry! Ik kan u niet verstaan.
C
Sorry! Ik ben te laat.
D
Sorry! Het is hier te warm.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de vertaling van ...

Je ne comprends pas.
A
Ik weet het niet.
B
Ik heb het huiswerk niet gemaakt.
C
Ik ben moe.
D
Ik begrijp het niet.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de vertaling van ...

Je peux aller aux toilettes ?
A
Mag ik naar het toilet?
B
Waar is het toilet?
C
Is er nog toiletpapier?
D
Mag ik een papiertje?

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de vertaling van ...

C'est à quelle page ?
A
Wat is dat?
B
Hoe schrijf je dat?
C
Waar is dat?
D
Op welke pagina is dat?

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de vertaling van ...

Je n'ai pas fait mes devoirs.
A
Ik weet niet wat ik moet doen.
B
Ik heb geen pen mee.
C
Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt.
D
Ik kan u niet verstaan.

Slide 13 - Quizvraag