De leerling 'moet de hoofdlijnen van de literatuurgeschiedenis van West-Europa kennen: de belangrijkste periodes, stromingen, genres en auteurs'.
Hoe die kennis verworven moet worden, is aan de school; dat kan (simpel) door kennisoverdracht via een literatuurgeschiedenisboek, dat kan via moderne media als internet, dat kan frontaal, gedoceerd door de docent, of in projectvorm, via groepswerk.