taalverzorging

Lezen
timer
15:00
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Taalverzorging H4.1
  • Uitleg onderwerp in de zin
  • Maken opdrachten
  • Zelf nakijken antwoorden
  • Zelftoets maken online
  • Uitleg persoonsvorm in tegenwoordige tijd
  • Quiz/spelletje/of....??
Doel van de les: Je kunt het onderwerp in de zin benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Hoe vind je het onderwerp in de zin?
Weet je het nog???

Slide 3 - Tekstslide

Hoe vind je het onderwerp in de zin?
1. Zoek eerst het wwg in de zin
2. Stel daarna de vraag: wie of wat + wwg?

Iedere dag vangt onze rode kater een verse muis.
Weet je het nog???

Slide 4 - Tekstslide

Wat ga je nu doen?

  1. Maak alle opdrachten t/m opdr 19, blz 104
  2. Klaar? Laat je werk aan mij zien.
  3. Daarna mag je je antwoorden zelf nakijken via GC
  4. Klaar met nakijken? Stel vragen over de opdrachten die je lastig vindt.
  5. Maak daarna via Op Niveau Online de zelftoets          (4 Taalverzorging 2 --> 4.1 Grammatica --> zelftoets)
  6. Klaar? Werken aan opdr 20 t/m 25, blz 105 t/m 109

Slide 5 - Tekstslide

Lezen
timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Taalverzorging H4.2
  • Herhaling persoonsvorm
  • Uitleg woorden afbreken
  • Maken opdrachten
  • Quiz, spelletje, of...???


Doel van de les: Je weet hoe je een afbreekstreepje moet gebruiken aan het einde van de zin

Slide 7 - Tekstslide

Weet je het nog? Vul de persoonsvorm in....

Ik (worden) soms gek van mijn kleine zusje!

Max (spellen) alle woorden op de juiste manier.

De docent (beantwoorden) mijn vraag.


Slide 8 - Tekstslide

Weet je het nog? Vul de persoonsvorm in....

Ik word soms gek van mijn kleine zusje!

Max spelt alle woorden op de juiste manier.

De docent beantwoordt mijn vraag.


Ik "loop", dus alleen een ik-vorm
Max "loopt", dus ik-vorm+t
De docent "loopt", dus ik-vorm+t

Slide 9 - Tekstslide

Woorden afbreken
Het komt wel eens voor dat je aan het eind van de regel bent, terwijl je nog niet klaar bent met het woord dat je wilt opschrijven. 

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer breek je woorden af?

Slide 11 - Tekstslide

Welk woord is goed afgebroken?
A
waf-el
B
schoo-nheid
C
hoofd-zaak
D
blaa-sontsteking

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer breek je woorden af?

Slide 13 - Tekstslide

Welk woord is goed afgebroken?
A
lui-eren
B
krio-elen
C
ex-otisch
D
prog-ramma

Slide 14 - Quizvraag

Nog 2 afbreekregels.....

  • Laat speciale tekens en extra letters in verkleinwoorden weg bij het afbreken. 
     Pianootje --> piano-tje
     Tweeëntwintig --> twee-entwintig

  • Zorg dat het woord niet verkeerd gelezen kan worden.
     Reservering --> reserve-ring of reser-vering
     Kerstomaatje --> Kers-tomaatje of kerst-omaatje

Slide 15 - Tekstslide

Wat ga je nu doen?

  1. Maak alle opdrachten t/m opdr 28, blz 111
  2. Klaar? Laat je werk aan mij zien.
  3. Daarna mag je je antwoorden zelf nakijken via GC
  4. Klaar met nakijken? Stel vragen over de opdrachten die je lastig vindt.
  5. Klaar? Werkblad afbreekregels maken.
  6. Maak daarna via Op Niveau Online de zelftoets          (4 Taalverzorging 2 --> 4.2 Grammatica --> zelftoets)

Slide 16 - Tekstslide