H4 oefenvragen
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is de persoonsvorm in onderstaande zin?
"De hond ligt buiten te zonnen."
"De hond ligt buiten te zonnen."
A
De hond
B
zonnen
C
ligt
D
ligt te zonnen
Slide 3 - Quizvraag
"Ik moet nog geld krijgen van Max."
Welke werkwoordsvorm is 'krijgen' in deze zin?
Welke werkwoordsvorm is 'krijgen' in deze zin?
A
Persoonsvorm
B
Onderwerp
C
Voltooid deelwoord
D
infinitief (hele werkwoord)
Slide 4 - Quizvraag
"Ik moet nog geld krijgen van Max."
Wat is het onderwerp van deze zin?
Wat is het onderwerp van deze zin?
A
Ik
B
moet
C
geld
D
Max
Slide 5 - Quizvraag
"Je zal vanmiddag op mij moeten wachten."
Wat is het wwg van deze zin?
Wat is het wwg van deze zin?
A
zal
B
zal moeten wachten
C
moeten wachten
D
zal wachten
Slide 6 - Quizvraag
"Mijn moeder vult de documenten in."
Wat is de pv in deze zin?
Wat is de pv in deze zin?
Slide 7 - Open vraag
"Mijn broer ligt te snurken."
Wat is het wwg van deze zin?
Wat is het wwg van deze zin?
Slide 8 - Open vraag
Vul de juiste pv in:
...... (vinden) jij het hier ook zo warm?
...... (vinden) jij het hier ook zo warm?
Slide 9 - Open vraag
Vul de juiste pv in:
...... (worden) je moeder ook vaak gek van jouw gezeur?
...... (worden) je moeder ook vaak gek van jouw gezeur?
Slide 10 - Open vraag
Wat is het onderwerp van de zin?
Door het slechte weer ging het tuinfeest niet door.
Door het slechte weer ging het tuinfeest niet door.
