hoofdstuk 4.1 werkwoorden

Afspraken in de les:
  • Je bent stil tijdens de uitleg
  • Je behandelt de docent en elkaar met respect
  • Je steekt je vinger op als je wat wil vragen
  • Ik waarschuw maar 1x
  • Bij de 2e waarschuwing: time out op de gang
  • Lukt het daarna nog niet? Dan melden bij TopPunt
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Afspraken in de les:
  • Je bent stil tijdens de uitleg
  • Je behandelt de docent en elkaar met respect
  • Je steekt je vinger op als je wat wil vragen
  • Ik waarschuw maar 1x
  • Bij de 2e waarschuwing: time out op de gang
  • Lukt het daarna nog niet? Dan melden bij TopPunt

Slide 1 - Tekstslide

Wat mogen jullie van mij verwachten?

  • Een rustige les, waarin aandacht voor iedereen is
  • Complimenten als jullie goed werken!
  • Je mag altijd vragen stellen (wel eerst vinger opsteken :-)
  • Heeft 3x iedereen zijn spullen bij zich? Dan trakteer ik!
  • Is de les goed verlopen? Dan mogen jullie 5 minuten eerder weg.

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Taalverzorging H4.1
  • Herhaling:
  1. Persoonsvorm
  2. Infinitief
  3. Voltooid deelwoord
  • Uitleg werkwoordelijk gezegde
  • Afsluiten met Kahoot??
Doel van de les: je kent de bovenstaande werkwoorden en je kunt ze vinden in de zin. Je kunt het werkwoordelijk gezegde vinden in de zin

Slide 4 - Tekstslide

De persoonsvorm
  • Wat voor een woord is de persoonsvorm?
  • Hoe vind je de persoonsvorm ook alweer?

Slide 5 - Tekstslide

De persoonsvorm vind je door:
  • Het aantal in de zin aan te passen.
Ik ben op kamp geweest.  <-->  Wij zijn op kamp geweest

  • De zin in een andere tijd te zetten. 
    Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
De pizzeria was niet dichtbij.  <-->  De pizzeria is niet dichtbij.

Slide 6 - Tekstslide

Infinitief (hele werkwoord)
Wij gaan een appeltaart maken.

De persoonsvorm van deze zin = gaan.
Gaan kan dus geen infinitief zijn.
Maken blijft wel over, dit is wel een infinitief.
Dus:
Gaan = persoonsvorm, maken = infinitief.

Slide 7 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
- Het voltooid deelwoord is een werkwoordsvorm.
- Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets is afgelopen 
   (voltooid).
- Het voltooid deelwoord is  niet de persoonsvorm. 
- In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm 
   van hebben, worden of zijn.
- Het voltooid deelwoord begint vaak met ge-, be- of ver-.

Slide 8 - Tekstslide

  • Kijk nu nog eens goed naar je antwoorden bij opdrachten 1 t/m 11, blz 95 t/m 100. Wat kun je nog aanpassen/verbeteren?
  • Heb je de opdrachten af? Laat je antwoorden aan mij zien. Je krijgt dan van mij een antwoordenblad waarmee je zelf je antwoorden na kunt kijken.
  • Ben je klaar met nakijken? Lees dan verder in je leesboek of ga verder met opdr 12 t/m 17.

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk:
Opdr 12 t/m 17, blz 100 t/m 102

Slide 11 - Tekstslide

Lezen
timer
7:00

Slide 12 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Taalverzorging H4.1
  • Uitleg onderwerp in de zin
  • Maken opdrachten
  • Zelf nakijken antwoorden
  • Zelftoets maken online
  • Afsluiten met quiz ???

Doel van de les: Je kunt het onderwerp in de zin benoemen

Slide 13 - Tekstslide

Let op: soms staat een werkwoord gesplitst in de zin!

Ik schrijf de aantekeningen op.

Slide 14 - Tekstslide

Lees onderstaande zin. 

Veel mensen zouden geld moeten geven aan giro 555.

1. benoem de werkwoorden
2. benoem het werkwoordelijk gezegde

Slide 15 - Tekstslide

Hoe vind je een onderwerp in de zin?

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het wwg?
Ik vind gym het leukste vak.

Slide 17 - Open vraag

Wat is het onderwerp?
Ik vind gym het leukste vak.

Slide 18 - Open vraag

Wat is het wwg?
De hond van de buren is de hele nacht aan het blaffen.

Slide 19 - Open vraag

Wat is het onderwerp?
De hond van de buren is de hele nacht aan het blaffen.

Slide 20 - Open vraag

Wat is het wwg?
Mijn beste vriend zou die serie wel willen zien.

Slide 21 - Open vraag

Wat is het onderwerp?
Mijn beste vriend zou die serie wel willen zien.

Slide 22 - Open vraag

Wat ga je nu doen?

  1. Maak alle opdrachten t/m opdr 19, blz 104
  2. Klaar? Laat je werk aan mij zien.
  3. Daarna mag je je antwoorden zelf nakijken via GC
  4. Klaar met nakijken? Stel vragen over de opdrachten die je lastig vindt.
  5. Maak daarna via Op Niveau Online de zelftoets          (4 Taalverzorging 2 --> 4.1 Grammatica --> zelftoets)

Slide 23 - Tekstslide