Meester in Nederlandse Spelling

Meester in Nederlandse Spelling
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Meester in Nederlandse Spelling

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je hoofdletters, leestekens, meervouden, tussenletters en aan elkaar of los schrijven toepassen op niveau 3F.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over Nederlandse spelling?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters
Hoofdletters worden gebruikt aan het begin van een zin, bij namen en titels.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leestekens
Leestekens zoals de punt, komma, vraagteken en uitroepteken structureren zinnen en geven betekenis.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervouden
Bijna altijd voegen we -en of -s toe om meervouden te vormen. Bij sommige woorden verandert de klinker.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussenletters
Bij samengestelde woorden voegen we soms een tussenletter toe, zoals bij 'auto-ongeluk'.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan elkaar of los schrijven
Bepaalde woorden schrijven we aan elkaar, zoals 'zonnebloem', terwijl andere woorden los geschreven worden, zoals 'de hele dag'.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interactieve quiz: Hoofdletters en leestekens
Quizvragen over het gebruik van hoofdletters en leestekens.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interactieve quiz: Meervouden, tussenletters, aan elkaar of los schrijven
Quizvragen over meervouden, tussenletters en aan elkaar of los schrijven.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.