Het zenuwstelsel VP404

       Het zenuwstelsel
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

       Het zenuwstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van deze les kunnen jullie:

  • De functie van een zenuwcel beschrijven.
  • Benoemen waaruit het centrale zenuwstelsel bestaat.
  • Het verschil benoemen tussen het sympatisch en parasympatisch zenuwstelsel.
  • 3 ziektes omschrijven die worden veroorzaakt door een probleem in het centrale zenuwstelsel.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesinhoud
  • Zenuwcellen
  • Centraal zenuwstelsel
  • Perifere zenuwstelsel
  • Ziektes aan het zenuwstelsel

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zenuwstelsel
?

Slide 4 - Tekstslide

Het perifere zenuwstelsel bestaat uit meer dan 100 miljard zenuwcellen die als draden door het gehele lichaam lopen. De zenuwen van het somatische zenuwstelsel verbinden de hersenen en het ruggenmerg met spieren die bewust worden aangestuurd (willekeurige spieren of skeletspieren) en met sensibele receptoren in de huid. Het autonome zenuwstelsel verbindt de hersenstam en het ruggenmerg met de inwendige organen en reguleert inwendige lichaamsprocessen die geen bewustzijn vereisen. Voorbeelden hiervan zijn de frequentie waarmee het hart samentrekt, de bloeddruk en de ademhalingsfrequentie. 

Het sympatische en het parasympatische zenuwstelsel werken samen, waarbij het ene meestal de werking van de inwendige organen activeert en het andere de werking afremt. De belangrijkste functie van het sympatische zenuwstelsel is de voorbereiding van het lichaam op een veeleisende situatie of een noodsituatie, ofwel een fight-or-flight-situatie. De belangrijkste functie van het parasympatische zenuwstelsel is de voorbereiding van het lichaam op normale situaties. Het sympatische deel vergoogt bijvoorbeeld de hartslag, bloed en ademhalingsfrequentie, terwijl het parasympatische deel deze juist verlaagt.
Zenuwstelsel
Zeer belangrijk regelmechanisme van het lichaam
Beinvloed o.a:

  • Vitale functies (hartslag, bloeddruk)
  • (Pijn)sensatie
  • Bewegingen

Slide 5 - Tekstslide

Het perifere zenuwstelsel bestaat uit meer dan 100 miljard zenuwcellen die als draden door het gehele lichaam lopen. De zenuwen van het somatische zenuwstelsel verbinden de hersenen en het ruggenmerg met spieren die bewust worden aangestuurd (willekeurige spieren of skeletspieren) en met sensibele receptoren in de huid. Het autonome zenuwstelsel verbindt de hersenstam en het ruggenmerg met de inwendige organen en reguleert inwendige lichaamsprocessen die geen bewustzijn vereisen. Voorbeelden hiervan zijn de frequentie waarmee het hart samentrekt, de bloeddruk en de ademhalingsfrequentie. 

Het sympatische en het parasympatische zenuwstelsel werken samen, waarbij het ene meestal de werking van de inwendige organen activeert en het andere de werking afremt. De belangrijkste functie van het sympatische zenuwstelsel is de voorbereiding van het lichaam op een veeleisende situatie of een noodsituatie, ofwel een fight-or-flight-situatie. De belangrijkste functie van het parasympatische zenuwstelsel is de voorbereiding van het lichaam op normale situaties. Het sympatische deel vergoogt bijvoorbeeld de hartslag, bloed en ademhalingsfrequentie, terwijl het parasympatische deel deze juist verlaagt.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zenuwcel (neuron)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk type zenuwcel zorgt ervoor dat spieren aangestuurd worden?
A
Bewegingszenuwcel (motorisch)
B
Gevoelszenuwcel (sensorisch)

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling:
Een sensorische zenuwcel vangt een prikkel op en stuurt dit door naar het centraal zenuwstelsel
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Neurotransmitters 
Chemische stofjes:
Zorgen voor de overdracht van signalen van zenuwcel naar zenuwcel.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Centraal zenuwstelsel 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de woorden in het juiste vakken
Grote hersenen
(Cerebrum)
Hersenstam
(Truncus cerebri)


Kleine hersenen
(Cerebellum) 
Ruggenmerg
(Medulla spinalis)

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke delen van het zenuwstelsel behoren bij het centraal zenuwstelsel?
A
Perifere zenuwen
B
Zenuwen in het ruggenmerg
C
Zenuwen in de hersenen
D
Zenuwen in ruggenmerg en hersenen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleine hersenen
Functies zijn o.a:
  • Balans
  • Houding
  • Coördineren van bewegingen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hersenstam
  • Bewustzijn
  • Hartregulatie en bloeddruk
  • Ademhaling
  • Reguleren slaap waak cyclus
  • Reflexen (hoesten, slikken)
  • Temperatuur regulatie 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruggenmerg
Loopt door het wervelkanaal
Vervoeren informatie tussen de perifere zenuwen en hersenen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het perifere zenuwstelsel
Alle zenuwen die het lichaam verbinden met de hersenen of het ruggenmerg

  • Autonome (onwillekeurige) zenuwstelsel.
  • Animale (willekeurige) zenuwstelsel. 



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sympathisch zenuwstelsel →Fight or Flight
Parasympatisch zenuwstelsel → Rest & Digest
Autonome zenuwstelsel

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de activiteiten naar het juiste zenuwstelsel.
Parasympatisch zenuwstelsel
Sympathisch zenuwstelsel

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ziektebeelden ?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Cerebro Vasculair Accident
 (CVA)
  • Ook wel beroerte genoemd
  • 110 mensen per dag in Nederland (!)
  • 80% infarct
  • 20 % hersenbloeding

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

CVA of Cerebro-vasculair accident. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de observatie punten bij iemand die vermoedelijk een CVA heeft?
A
Mond, Handen, Zicht
B
Gezicht, Benen, Spraak, Tijd
C
Gezicht, Armen, Spraak, Tijd
D
Mond, Armen, Zicht

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling
  • Bloeding --> clippen/ coilen
  • Infarct --> bloedverdunners

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hersenbloeding
Herseninfarct
Coilen / clippen
Bloedverdunners

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen bereikt?
Aan het eind van deze les kunnen jullie:

  • De functie van een zenuwcel beschrijven.
  • Benoemen waaruit het centrale zenuwstelsel bestaat.
  • Het verschil benoemen tussen het sympathisch en parasympatisch zenuwstelsel.
  • 2 ziektes omschrijven die worden veroorzaakt door een probleem in het centrale zenuwstelsel.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies