In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
De hoeveelheid broodjes die in de kantine verkocht wordt stijgt met 4,2% ten gevolge van een prijsdaling van een prijsdaling van 1,5%. Bereken de prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid broodjes.
Slide 6 - Open vraag
De prijselasticiteit van de vraag naar broodjes is
A
Elastisch
B
Inelastisch
C
Volkomen inelastisch
Slide 7 - Quizvraag
De prijs voor het plakken van een band bij de fietsenmaker is 5 euro. De fietsenmaker wil de prijs met 10% verhogen. De prijselasticiteit van bandplakken blijkt -0,9 te zijn. Wat is de procentuele verandering van de vraag als gevolg van de prijsverhoging?
Slide 8 - Open vraag
De prijselasticiteit voor het plakken van fietsbanden (E=-0,9) is
A
Elastisch
B
Inelastisch
C
Volkomen inelastisch
Slide 9 - Quizvraag
De elasticiteit voor de vraag naar tijdschriften is -1,5. Wat zal er met de vraag gebeuren als de prijs met 3% daalt?
Slide 10 - Open vraag
De prijselasticiteit van bordspellen is -2. Met hoeveel procent moet je de prijs verlagen om 6% meer bordspellen te verkopen?