week 36 klas 2 E en 2 F

Allereerst...
  • Is iedereen aanwezig?
  • stamgroepen ?
  • iPad, A-4 schrift, oortjes , pen , leesboek 
  • vorige les  ?   H1  :   taalweetjes  +  opgave Formuleren 

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Allereerst...
  • Is iedereen aanwezig?
  • stamgroepen ?
  • iPad, A-4 schrift, oortjes , pen , leesboek 
  • vorige les  ?   H1  :   taalweetjes  +  opgave Formuleren 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

SIGNAALWOORDEN

Signaalwoorden verbinden woorden, zinnen, en alinea's.

Ze geven aan op welke manier woorden, zinnen en alinea's met elkaar samenhangen.

Slide 3 - Tekstslide

TEKSTVERBANDEN

In een goede tekst hangen woorden, zinnen en alinea's met elkaar samen.

Die samenhang heet VERBAND IN EEN TEKST.

Door te letten op tekstverbanden begrijp je een tekst beter.


Slide 4 - Tekstslide

TEKSTVERBANDEN



CHRONOLOGISCH VERBAND

- OPSOMMEND VERBAND

- TEGENSTELLEND VERBAND

- REDENGEVEND VERBAND 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

- It's Learning : 

  • wat moet af zijn voor week 35 : paraaf week 35 
  • Score voor de Quiz doorgeven 
  •  
  • wat is het taakwerk voor deze week : week 36

Planning deze les:

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

???

Slide 9 - Tekstslide

grap met ........ 
waarom grappig ?

Slide 10 - Tekstslide

Theorie
  • Een woord met meer betekenissen noem je een homoniem. Soms kunnen zulke woorden verwarrend zijn. Lees de tekst goed om te weten te komen welke betekenis wordt bedoeld.  
  • In een woordenboek staan bij een woord vaak meerdere betekenissen. Kijk dus goed welke betekenis bij de context past.  

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
it's Learning  week 35                                 NN online 
Herhaling leerstof jaar 1  &  de  Quizz
parafen voor week 35 
week 36 
It's Learning vervolg Leerstof  jaar 1     NN online 

Slide 12 - Tekstslide

Bedenk zelf een homoniem. Typ twee woorden/ zinnen met dubbele betekenissen.

Slide 13 - Open vraag

dubbelzinnigheid , woordspelingen , homoniemen 
  • wat zijn  homoniemen ? 
  • Welke homoniem zie je op deze afbeelding?  

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video