Break-even analyse (2), 13-2-2020, 09:00-10:30

Planning voor de les:
5 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor
5 minuten : voorkennis
5 minuten: leerdoelen en huiswerk
15 minuten: uitleg 
10 minuten: PAUZE
35 minuten: aan het werk!
15 minuten: leerdoelen testen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BasiscalculatiesMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Planning voor de les:
5 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor
5 minuten : voorkennis
5 minuten: leerdoelen en huiswerk
15 minuten: uitleg 
10 minuten: PAUZE
35 minuten: aan het werk!
15 minuten: leerdoelen testen

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht
Een supermarkt verkoopt 1 ½ literflessen frisdrank tegen een gemiddelde consumentenprijs van € 1,09.
De gemiddelde inkoopprijs bedraagt € 0,50 exclusief 9% BTW.
De vaste kosten van de assortimentsgroep frisdranken worden geschat op € 5.550,– per jaar.

Slide 2 - Tekstslide

a. Bereken het aantal frisdrank flessen dat minimaal per jaar verkocht moet worden, om quitte te spelen.

Slide 3 - Open vraag

Uitwerking:


a. Prijs excl. BTW = € 1,09 x 100 = € 1,-
                            109

                                € 5.550 = 11.100 flessen
€ 1,- - € 0,50 

Slide 4 - Tekstslide

b. Bereken de break-even omzet van de assortimentsgroep frisdranken.

Slide 5 - Open vraag

Uitwerking:




b. 11.000 flessen x € 1,- = € 11.100,- BEO

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen:
1. Je kan de heterogene break-even analyse berekenen.

HUISWERK: opdracht 14 t/m 18, par 1.3
(BREAK-EVEN)

Slide 7 - Tekstslide

Break-even: homogeen

Slide 8 - Tekstslide

Break-even: heterogeen
Bruto winst = verkoopprijs - inkoopprijs

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld
Hans staat met een kraampje met frisdrank op een braderie.
Hij verkoopt sinas, cola en 7-up. Alle blikjes frisdrank verkoopt hij voor € 1,50 per stuk.
 Hans heeft de blikjes fris ingekocht bij groothandel Makro, voor € 0,50 per stuk.  De vaste kosten voor Hans bestaan uit de huur van een marktkraam, het marktgeld en de energiekosten van de koeling. In totaal bedragen deze vaste kosten € 75,- voor de hele dag. 
Hoeveel blikjes frisdrank moet Hans op de braderie verkopen, zodat hij alle kosten heeft terugverdiend?

Slide 10 - Tekstslide

Uitwerking:
- De P staat voor de verkoopprijs per stuk, exclusief BTW.
- De v staat voor de variabele kosten per stuk, exclusief BTW.

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld
Hans staat met een kraampje met frisdrank op een braderie.
Hij verkoopt sinas, cola en 7-up. Alle blikjes frisdrank verkoopt hij voor € 1,50 per stuk.
 Hans heeft de blikjes fris ingekocht bij groothandel Makro, voor € 0,50 per stuk.  De vaste kosten voor Hans bestaan uit de huur van een marktkraam, het marktgeld en de energiekosten van de koeling. In totaal bedragen deze vaste kosten € 75,- voor de hele dag. 
Hoeveel bedraagt de break-even omzet in het geval van Hans?

Slide 12 - Tekstslide

Uitwerking:

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Eurobag levert aan een kleine retailer in Elburg.
Deze afnemer begroot voor het komende jaar de vaste kosten op een bedrag van € 94.300,-.
De winkelier verkoopt de tassen met een gemiddeld brutowinstpercentage van 41% van de omzet.

Slide 14 - Tekstslide

a. Bereken de break-even omzet voor deze afnemer uit Elburg, inclusief 21% BTW.

Slide 15 - Open vraag

Uitwerking:



a. BEO: € 94.300,- / 41 x 100 = € 230.000,- x 1,21 = € 278.300,-

Slide 16 - Tekstslide

5 minuten PAUZE
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Opdracht 14 t/m 18, par 1.3
Hoe? Aan de hand van het stoplicht.
Hulp? Het stoplicht, de docent, je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot 15 minuten voor het einde van de les.
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Dan gaan klassikaal de lesdoelen testen.

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
André heeft een groothandel in automaterialen.
De inkoopwaarde van de omzet bedraagt gemiddeld 65% van de omzet.  André heeft jaarlijks de volgende vaste kosten: 

- Huur en overige huisvestingskosten € 55.000,– 
- Personeelskosten € 42.000,–
- Afschrijvingskosten 10% per jaar van de aanschafwaarde van de inventaris van € 75.000,–.
- De restwaarde van de inventaris wordt geschat op € 15.000,-.
- De rente kosten 6,5% over het geïnvesteerd vermogen van € 45.000,-.
- De overige vaste kosten zulle € 17.000,– bedragen.

Slide 19 - Tekstslide

a. Bereken de jaarlijkse vaste kosten van André.

Slide 20 - Open vraag

Uitwerking

Slide 21 - Tekstslide

b. Bereken de break even omzet van André.

Slide 22 - Open vraag

Uitwerking

Slide 23 - Tekstslide