heb je geleerd hoe je een zakelijke e-mail schrijft;
heb je geleerd wat formeel en informeel taalgebruik is.
Welkom 1VMB
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1
In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
: )
Dinsdag
Planning van dit uur
Aanmelden bij klas in LessonUp
Paragraaf schrijven 1.4
Uitleg zakelijke e-mail
Planning tweede uur
Uitleg formeel en informeel taalgebruik
Aan het einde van deze les
heb je geleerd hoe je een zakelijke e-mail schrijft;
heb je geleerd wat formeel en informeel taalgebruik is.
Welkom 1VMB
Slide 1 - Tekstslide
lessonup.app
Slide 2 - Link
Heb jij een huisdier?
Ja
Nee
Niet meer
Slide 3 - Poll
Wat voor huisdier heb jij?
Slide 4 - Woordweb
Huiswerk: opdracht 22
E-mail naar vogeltrainer voorlezen
Slide 5 - Tekstslide
Hoe vaak schrijf jij een e-mail aan iemand die je niet kent?
Ongeveer een keer per week
Ongeveer een keer per maand
Nooit
Slide 6 - Poll
Gebruikte jij in de e-mail aan de vogeltrainer andere taal dan je zou doen in een WhatsAppje aan je vrienden?
Ja
Nee
Slide 7 - Poll
Zakelijke e-mail
Aan iemand die je niet persoonlijk kent
Aan bedrijven of instellingen
Je gebruikt beleefdere taal
Regels
Persoonlijke e-mail
Aan iemand die je goed kent
Gewoon taalgebruik
Weinig regels
Slide 8 - Tekstslide
Regels zakelijke e-mail
Zo ziet een zakelijke e-mail eruit:
Adresregel
l.k.van.dam@cvo-av.nl
Onderwerpregel
Morgen niet aanwezig
Zakelijke aanhef
Beste mevrouw Van Dam,
Wat wil je bereiken?
Graag wil ik laten weten dat ik morgen niet in de les kan zijn, omdat ik naar de tandarts moet.
Zakelijke slotgroet
Met vriendelijke groet,
Jouw hele naam
Evi Richters
Slide 9 - Tekstslide
adresregel
onderwerpregel
zakelijke slotgroet
Slide 10 - Tekstslide
Wat schrijf je in de onderwerpregel van een e-mail?
A
Wat je met de e-mail wilt bereiken
B
Geachte of beste ...
C
Kort samengevat waar je mail over gaat
D
Je naam
Slide 11 - Quizvraag
Stel je voor: je bent ziek en je kunt een opdracht niet maken omdat je de uitleg hebt gemist. Je schrijft een e-mail aan je docent om te vragen of je deze uitleg alsnog kunt krijgen.
Wat zet je in de onderwerpregel?
Slide 12 - Open vraag
Regels zakelijke e-mail
Gebruik beleefde en zakelijke taal
Deel lange e-mails in in alinea's
Schrijf in hele zinnen en maak je zinnen kort en duidelijk
Gebruik geen spreektaal
Schrijf correct Nederlands
Slide 13 - Tekstslide
Pak opdracht 22 van hoofdstuk 1.3 lezen erbij (brief aan de vogeltrainer).
Heb je deze e-mail volgens de regels van een zakelijke e-mail geschreven?
Ja, helemaal!
Een beetje
Nee, helemaal niet!
Slide 14 - Poll
Individueel werken
timer
5:00
Wat
Lees tekst 1 op bladzijde 39.
Maak opdracht 2 en 3 van 1.4 Schrijven (uit je boek).
Hoe
Individueel, in stilte
Hulp
Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna mag je je vinger opsteken en dan kom ik langs als je vragen hebt
Tijd
Tot het einde van de les
Uitkomst
Deze opdrachten zijn huiswerk
Klaar
Lees in je leesboek
Slide 15 - Tekstslide
Als jij iemand appt, typ je dan hele zinnen?
Ja
Nee
Slide 16 - Poll
Regels zakelijke e-mail
Gebruik beleefde en zakelijke taal !
Deel lange e-mails in in alinea's
Schrijf in hele zinnen en maak je zinnen kort en duidelijk
Gebruik geen spreektaal
Schrijf correct Nederlands
Slide 17 - Tekstslide
Zet deze zin om in beleefde taal:
Vond jij dat concert ook zo verrot saai?
Slide 18 - Open vraag
Taalgebruik
Informele taal
Formele taal
- Je en jij
- Emoticons
- Niet zo op spelling letten
- Niet altijd hele zinnen
- Je schrijft zoals je spreekt
- Officiële taal
- u
- Nette woorden
- Hele zinnen
- Niet teveel spreektaal
Slide 19 - Tekstslide
Pak opdracht 22 van hoofdstuk 1.3 lezen erbij (brief aan de vogeltrainer).
Heb je formeel taalgebruik gebruikt?
Ja, helemaal!
Een beetje
Nee, helemaal niet!
Slide 20 - Poll
Zet deze zin om in formele taal:
Mag ik ff dat boek van je lenen?
Slide 21 - Open vraag
Allemachtig, mijn telefoon is supersloooooom
Welk taalgebruik is dit?
A
Formeel taalgebruik
B
Informeel taalgebruik
Slide 22 - Quizvraag
Uw manier van werken is prettig.
Welk taalgebruik is dit?
A
Formeel taalgebruik
B
Informeel taalgebruik
Slide 23 - Quizvraag
Individueel werken
timer
5:00
Wat
Maak opdracht 2, 3, 4ab, 5, 6 van 1.4 Lezen (uit je boek).
Hoe
Individueel, in stilte
Hulp
Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna mag je je vinger opsteken en dan kom ik langs als je vragen hebt
Tijd
Tot het einde van de les
Uitkomst
Deze opdrachten zijn huiswerk
Klaar
Lees in je leesboek
Slide 24 - Tekstslide
Samenvatting van de les
Jij
hebt je geleerd hoe je een zakelijke e-mail schrijft.
- Vrijdag: uitleg schrijfopdracht voor een cijfer
Huiswerk
Maak opdracht 2, 3, 4ab, 5, 6 van 1.4 Lezen (uit je boek).