Zakelijke e-mail

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al?
  1. Wat is een zakelijke e-mail?
  2. Welke kenmerken heeft een zakelijke e-mail?
  3. Naar wie stuur je een zakelijke e-mail?
  4. Wat is een niet-zakelijke/persoonlijke e-mail?

Slide 2 - Tekstslide

Zakelijke e-mail
Een zakelijke e-mail schrijf je aan iemand die je niet persoonlijk kent, bijvoorbeeld aan de afdelingsleider van school. Ook aan bedrijven en instellingen schrijf je zakelijke e-mails. In zakelijke e-mails gebruik je beleefdere taal dan in persoonlijke e-mails.

Slide 3 - Tekstslide

Regel

- Adresregel
- Onderwerpregel
- Zakelijke aanhef
- Korte en duidelijke boodschap
- Zakelijk en beleefd taalgebruik
- Alinea-indeling
- Zakelijke slotgroet

Voorbeeld

- a.milder@nieuwethermen.nl
- Inhalen BvB
- Geachte/beste meneer/mevrouw,
- Vanmorgen was ik niet bij het BvB (voeding) aanwezig. Wanneer zou ik het BvB kunnen inhalen?
- Met vriendelijke groet,


Slide 4 - Tekstslide

Persoonlijke e-mail
Een persoonlijke e-mail schrijf je aan iemand die je goed kent: een familielid, vriend of kennis. Voor dit soort e-mails zijn weinig regels: je noemt het onderwerp, begroet de ander en je noemt je naam.

Slide 5 - Tekstslide

Informeel taalgebruik
Als je een berichtje stuurt aan een vriend(in) of je ouders, gebruik je informele taal: je schrijft je en jij, je gebruikt emoticons, je let niet zo op je spelling en je maakt je zinnen niet altijd netjes af. Je schrijft vaak zoals je spreekt.

Slide 6 - Tekstslide

Formeel taalgebruik
In zakelijke e-mails is dat anders. Daar gebruik je officiële taal, formeel taalgebruik. Let dan op de volgende punten:
  • spreek de ander aan met u;
  • gebruik nette woorden;
  • schrijf in hele zinnen;
  • gebruik niet te veel spreektaal.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide