Verslag over een dichter
Voor deze opdracht ga je verschillende gedichten lezen van één dichter. Je kunt gedichten vinden op de website http://www.poezie-leestafel.info/. Het is verder belangrijk dat je gedichten neemt die niet te veel leunen op een grapje of clou in de laatste regel. Deze gedichten zijn namelijk na één keer lezen al uitgepakt. Zoek dus een dichter die gedichten schrijft waar voldoende beeldspraak in voorkomt!
Je maakt een verslag in groepjes (4 à 5 personen). In het verslag zit een gezamenlijk deel (algemene beschrijving van de dichter) en een paragraaf met van elk groepslid een eigen analyse van een verschillend gedicht van dezelfde schrijver. Lees en bestudeer allemaal minstens één gedicht van de dichter die jullie gekozen hebben en schrijf samen een wetenschappelijk verslag dat als volgt is opgebouwd:
Tip: achterin je poëziereader staat op welke punten je verslag wordt beoordeeld (even checken dus! 😊 )
1. [samen] Inleiding: verzin een leuke opening (gerelateerd aan het onderwerp poëzie) en leg uit wat je in je verslag gaat doen. Schrijf dus niet voor ‘je docent’ maar voor een willekeurige lezer. Iedereen moet het kunnen volgen.
2. [samen] Vertel wat over de dichter en zijn of haar plek in de literaire wereld.
3. [samen] Vertel iets over de gedichten die deze schrijver schrijft. Over welke thema’s schrijft hij/zij, noem verschillende titels van gedichten, welke bundels heeft hij/zij uitgegeven, etc.
4. [individueel] Gedichtbespreking: elk groepslid kiest een gedicht uit die je uitvoerig gaat bespreken (let op dat er dus beeldspraak/stijlfiguren etc. in zitten, zodat je wat te bespreken hebt).
5. [individueel] Geef bij ieder gedicht een korte inleiding: waar is het gedicht gepubliceerd (staat het in een dichtbundel?) Je hebt het gedicht misschien van een website gehaald, maar heeft de dichter het gedicht daar als eerst geplaatst? Of stond het eerst in een bundel?
6. [individueel] Observeer en interpreteer de gedichten zoals je dat hebt geleerd. Zet niet alle elementen uit het gedicht in je verslag, maar gebruik alleen die elementen die iets toevoegen aan je interpretatie. Je kunt de volgende volgorde aanhouden: a) wat is je observatie, b) wat voor beeldspraak, rijm, stijlfiguren etc. zie je terug?, c) wat is je interpretatie van het gedicht (en onderbouw waarom).
7. [individueel] Geef bij ieder gedicht een conclusie
8. [samen] Geef een eindoordeel over alle gedichten van de schrijver.