Woordenschat 1.2: goed naar het woord kijken

Woordenschat 1.2
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordenschat 1.2

Slide 1 - Tekstslide

Wat je ook kan doen.....
Wat kun je doen als je
een moeilijk woord ziet?

Slide 2 - Woordweb

Goed naar het woord kijken
Bij sommige woorden kun je de betekenis in het woord terugvinden. 
- Een woord kan bestaan uit twee of meer woorden. 
Bijvoorbeeld deeltijdstudent -> deel van de tijd naar school
- Staat er iets voor of achter een bekend woord?
Bijvoorbeeld oneerlijk of werkloos -> niet eerlijk & zonder werk
- Lijkt het woord op een bekend woord
Bijvoorbeeld beschadigen - beschadiging & geloven - geloofwaardig

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent het woord 'wereldrecord'?

Slide 4 - Open vraag

Wat betekent het woord 'piepklein'?
A
Niet zo klein
B
Heel erg klein

Slide 5 - Quizvraag

Bedenk twee woorden waar het woord 'knap' in voorkomt.

Slide 6 - Open vraag

Vul het juiste woorddeel in.
Kies uit: baar - lijks - loos - vol
Zonder enige waarde: waarde......
A
baar
B
lijks
C
loos
D
vol

Slide 7 - Quizvraag

Bedenk zelf een woord met het woorddeel. Maak met dat woord een goede zin.
ex-

Slide 8 - Open vraag

Welk woord lijkt op het woord uit de zin?
Hij parkeert de auto in de garage.
A
Neergezet
B
Geplaatst
C
Geparkeerd
D
Weggegooid

Slide 9 - Quizvraag

Welke woorden bestaan uit meerdere woorden?
A
Autobanden
B
Rozenstruik
C
Leesboek
D
Voetbal

Slide 10 - Quizvraag

Kun je de betekenis van het woord vinden in het woord zelf?
Ja
Nee

Slide 11 - Poll

Waar kun je naar kijken als je een woord moeilijk vindt?

Slide 12 - Open vraag