Hoofdletters en leestekens

Welkom klas 1! 
Doe je telefoon alvast in de telefoontas. :)
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas 1! 
Doe je telefoon alvast in de telefoontas. :)

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- Even herhalen: wat hebben we gisteren gedaan? (2 min)
- Stukje theorie hoofdletters en leestekens  herhalen (5 min)
- Quiz! (10 min)
- Aan de slag: klaar met huiswerk? 
- Werken aan opdracht (10 min) 
- Overige tijd: keuze 
- Afsluiting (5 min)

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van de les...
  • kan je hoofdletters in zinnen op de juiste manier gebruiken.
  • kan je punten, uitroeptekens en vraagtekens op de juiste manier gebruiken. 
  • kan je hoofdletters bij namen op de juiste manier gebruiken.
  • kan je komma's op de juiste manier gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Even herhalen: hoofdletters en leestekens
Waarom gebruiken we eigenlijk hoofdletters en leestekens? 

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer gebruik je hoofdletters?
  • Aan het begin van een zin: De winter is begonnen. Het sneeuwt. Ik maak een sneeuwpop.
  • Bij namen van personen, heiligen, organisaties en merken: Janneke Bos, God, Sint Nicolaas, Coca Cola, Audi, Google
  • Aardrijkskundige namen en afgeleiden daarvan krijgen hoofdletter: Nederland, Franse kaas, Griekse jongens, Utrecht, de Maas, Spanjaarden, Twents, Engelstalig, Noordzee
  • Feestdagen: Kerstmis, Suikerfeest, Koningsdag, Moederdag, Pasen
  • Historische gebeurtenissen: Tweede Wereldoorlog, de Beeldenstorm

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer gebruik je leestekens?
  • Je gebruikt een punt aan het einde van een 'gewone' zin: Meneer van Roeden haalt in de pauze altijd een frisse neus.

  • Een vraagteken zet je aan het einde van een vraagzin: Wat is jouw favoriete liedje?

  • Met een uitroepteken geef je een zin extra nadruk: Dat is niet te geloven! 

Slide 6 - Tekstslide

Een komma gebruik je onder meer.. 
  • tussen twee persoonsvormen: Als je Eva ziet, doe haar dan de groetjes. 

  • voor voegwoorden zoals als, doordat, maar, nadat, omdat, terwijl, want, zodat, zodra: In de winter staat de oldtimer binnen, zodat hij niet gaat roesten. 

Slide 7 - Tekstslide

Waarom gebruiken we hoofdletters en leestekens?

Slide 8 - Open vraag

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
morgen begint de kermis

Slide 9 - Open vraag

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
ik blijf vandaag thuis omdat ik schoolziek ben

Slide 10 - Open vraag

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
mieke heeft kippen schapen en honden bij haar thuis

Slide 11 - Open vraag

Juist of onjuist:
nederlandse
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Juist of onjuist:
Volkswagen
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Juist of onjuist:
Janneke de Boer
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Zijn er nog vragen? 

Slide 15 - Tekstslide

Hoe ver zijn jullie met de opdrachten?
Pak je boek erbij op blz. 244/245 en kijk de opdrachten 1 t/m 3 in je schrift. Deze bespreken we samen na.  

Slide 16 - Tekstslide

Zelfstandig aan de slag
Eerst tien minuten in stilte werken aan het huiswerk: klaar? 
De onderstaande zinnen zijn niet juist. Neem de zinnen over in Word en plaats hoofdletters waar nodig.
1. hollandse palingvissers hebben vrijdag een veerpont in amsterdam geramd.
2. peter van den broek woont in de ijsendijkstraat.
3. meneer van der koek werkt bij achmea.
4. ik heb zojuist een brief geschreven aan mevrouw k. van de kip.
5. 's morgens haal ik eerst kim en anita op in purmerend.


timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiten 

Slide 18 - Tekstslide