oefentoets proefwerkweek

Maximale winst
A
MO = MK
B
TO = TK
C
MO = 0
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Maximale winst
A
MO = MK
B
TO = TK
C
MO = 0

Slide 1 - Quizvraag

Wat is de prijs
bij maximale winst.
A
65
B
35
C
30
D
50

Slide 2 - Quizvraag

Deze aanbieder heeft maximale omzet bij
A
6 producten
B
15 producten
C
18 producten
D
30 producten

Slide 3 - Quizvraag

Welke
marktvorm?
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie

Slide 4 - Quizvraag

Welke marktvorm?
A
Volkomen concurrentie
B
Monopolistische concurrentie
C
Oligopolie
D
Monopolie

Slide 5 - Quizvraag

welke marktvorm?
A
Volledige mededinging
B
monopolistische concurrentie
C
oligopolie
D
monopolie

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het nash evenwicht?
A
beiden geen korting geven (25;20)
B
Zara geen korting en H&M wel korting (20;30)
C
Zara wel korting en H&M geen korting (35;15)
D
beiden wel korting geven (23;18)

Slide 7 - Quizvraag

Is er sprake van een gevangenendilemma?
A
Ja, cel 25 ; 20 is beter
B
Ja, cel 20 ; 30 is beter
C
Ja, cel 35 ; 15 is beter
D
Nee, er is geen gevangenendilemma

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een dominante strategie?
A
De beste keuze
B
De suboptimale keuze
C
De beste strategie onafhankelijk van de keuze van de ander
D
De slechtste strategie onafhankelijk van de keuze van de ander

Slide 9 - Quizvraag

Wat is GEEN OPLOSSING voor het gevangenendilemma?
A
Sociale normen
B
Zelfbinding
C
Collectieve dwang
D
Meeliftgedrag

Slide 10 - Quizvraag

Heeft Erp een dominante strategie?
A
ja, geen uitverkoop
B
nee
C
ja, wel uitverkoop

Slide 11 - Quizvraag

De formule van de prijselasticiteit is:
A
De procentuele verandering van de prijs gedeeld door de procentuele verandering van de vraag
B
De procentuele verandering van de vraag gedeeld door de procentuele verandering van de prijs

Slide 12 - Quizvraag

Een product met een prijselasticiteit van - 0.5 is...
A
inelastisch
B
elastisch
C
volkomen inelastisch
D
volkomen elastisch

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een voordeel van een Annuïteiten hypotheek?
A
De maandelijkse lasten worden steeds minder.
B
De maandelijkse lasten zijn altijd gelijk.
C
De maandelijkse lasten zijn altijd anders.
D
De maandelijkse lasten veranderen vaak.

Slide 14 - Quizvraag

Bij een lineaire hypotheek
A
Betaal je elke maand in totaal evenveel.
B
Betaal je elke maand evenveel rente.
C
Betaal je elke maand evenveel aflossing.

Slide 15 - Quizvraag

De verzekerde heeft meer informatie dan de verzekeraar, dit noemen we
A
ongelijkheid
B
oneerlijk
C
symmetrische informatie
D
asymmetrische informatie

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een eigen risico?
A
deel van de schade die je zelf moet betalen
B
deel van de schade die de verzekeraar betaalt
C
toeslag op de premie
D
eigen schuld-dikke- bult premie

Slide 17 - Quizvraag

Stelling 1: Eigen risico bestrijdt het moreel wangedrag
Stelling 2: Eigen risico bestrijdt averechtse selectie
A
Stelling 1 is juist, Stelling 2 is onjuist
B
Stelling 1 is onjuist, Stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Stelling I: Door middel van een eigen risico kan averechtse selectie worden tegengaan.
Stelling II: Solidariteit zorgt voor een hogere premie

Kies het juiste antwoord.

A
Alleen stelling I is juist.
B
Alleen stelling II is juist.
C
Beide stellingen zijn juist.
D
Beide stellingen zijn onjuist.

Slide 19 - Quizvraag

Averechtse selectie kan een verzekeraar voorkomen door:

A
Risicospreiding
B
Acceptatieplicht
C
Eigen risico
D
Premiedifferentiatie

Slide 20 - Quizvraag