Woordenschat H2 NN les 2

di. 5 apr. - 2m1 - 3e uur
  • Herhalen theorie Woordenschat H2
  • Bespreken huiswerk opdracht 1 + 2
  • Zelfstandig werken aan opdracht 3, 4 en 5
  • Leesboek uitzoeken
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

di. 5 apr. - 2m1 - 3e uur
  • Herhalen theorie Woordenschat H2
  • Bespreken huiswerk opdracht 1 + 2
  • Zelfstandig werken aan opdracht 3, 4 en 5
  • Leesboek uitzoeken

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les:
Aan het einde van de les kan je figuurlijk taalgebruik nog beter herkennen en begrijpen. De betekenis van onbekende uitdrukkingen kan je nu nog beter opzoeken in het woordenboek.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is figuurlijk taalgebruik?

Slide 3 - Open vraag

Hoe vind je de betekenis van een uitdrukking in het woordenboek?

Slide 4 - Open vraag

Vonden jullie het huiswerk lastig?
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje

Slide 5 - Quizvraag

Wist je (bijna) alle betekenissen van de figuurlijke uitdrukkingen?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Heb je de betekenissen opgezocht in het woordenboek/vandale.nl?
A
Ja
B
Nee
C
Nee, maar wel gevraagd aan iemand die het wist

Slide 7 - Quizvraag

Nakijken
Controleer je antwoorden goed. Dit is stof die terug kan komen op de SO!

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 1
  1. een wolk van een baby = een gezonde baby
  2. in het heetst van de strijd = middenin een ruzie
  3. met vlag en wimpel = glansrijk 
  4. een boom van een vent = een grote man

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 2 

vraag 1
  1. verstrikt - gevangen
  2. ingewanden - binnenste delen van het lichaam
  3. vastberaden - zeker van zichzelf
  4. gevaarte - groot ding met soms vreemde vorm
  5. barrière - versperring
  6. brein - (fig.) slim persoon
  7. weerstaan - standhouden (in)
  8. installatie - combinatie van technische toestellen


Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 2
Vraag 2: 
Met ‘plastic soep’ wordt bedoeld dat er allemaal plastic afval in de zee drijft als een soort soep.

Vraag 3: 
  • de dupe zijn (al. 1) = het slachtoffer zijn
  • spijkers met koppen slaan (al. 4) = krachtig handelen

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 2
Vraag 4: 
Laat je tekening van de 'oceaanstofzuiger' zien.

Vraag 5:
  • het (blijft ‘het’ er ronddrijven, al. 1) --> het afval
  • Hier (al. 2) --> de voorafgaande zinnen in alinea 2
  • Hier (al. 3) --> de punt van de barrière
  • Het (Het blijft een jaar liggen, al. 4) --> een proefmodel van de installatie

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 4 - klassikaal
We maken de opdracht online.

  1. een grijze muis = een onopvallende persoon
  2. (naar) de haaien (gaan) = vernietigd worden
  3. een kei = iemand die ergens goed in is
  4. een ster = iemand die ergens in uitblinkt
  5. een warm bad =  een prettig, aangenaam gevoel
  6. een zacht ei = iemand die alles goed vindt


Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak opdracht 3, 5 en 6 op NN online = huiswerk voor wo. 6 april
(zie evt. ook blz. 51-53 in je boek)

Slide 14 - Tekstslide