In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
do. 8 apr. - 2m1 - 4e uur
Herhalen theorie Woordenschat H2
Bespreken huiswerk opdracht 1 + 2
Zelfstandig werken aan opdracht 3, 4 en 5
Leesboek uitzoeken
Slide 1 - Tekstslide
Doel van deze les:
Aan het einde van de les kan je figuurlijk taalgebruik nog beter herkennen en begrijpen. De betekenis van onbekende uitdrukkingen kan je nu nog beter opzoeken in het woordenboek.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is figuurlijk taalgebruik?
Slide 3 - Open vraag
Hoe vind je de betekenis van een uitdrukking in het woordenboek?
Slide 4 - Open vraag
Tussenstand HW gisteravond:
Nog beginnen: Lindo, Nick en Erick
Nog beginnen aan opdr. 2: Alysha, Doris, Sterre, Joey, Nikita
Sommigen moeten een opdracht opnieuw maken.
Slide 5 - Tekstslide
Opdracht 1
een wolk van een baby = een gezonde baby
in het heetst van de strijd = middenin een ruzie
met vlag en wimpel = glansrijk
een boom van een vent = een grote man
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht 2
vraag 1
verstrikt - gevangen
ingewanden - binnenste delen van het lichaam
vastberaden - zeker van zichzelf
gevaarte - groot ding met soms vreemde vorm
barrière - versperring
brein - (fig.) slim persoon
weerstaan - standhouden (in)
installatie - combinatie van technische toestellen
Slide 7 - Tekstslide
Opdracht 2
Vraag 2:
Met ‘plastic soep’ wordt bedoeld dat er allemaal plastic afval in de zee drijft als een soort soep.
Vraag 3:
de dupe zijn (al. 1) = het slachtoffer zijn
spijkers met koppen slaan (al. 4) = krachtig handelen
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht 2
Vraag 4:
Laat je tekening van de 'oceaanstofzuiger' zien.
Vraag 5:
het (blijft ‘het’ er ronddrijven, al. 1) --> het afval
Hier (al. 2) --> de voorafgaande zinnen in alinea 2
Hier (al. 3) --> de punt van de barrière
Het (Het blijft een jaar liggen, al. 4) --> een proefmodel van de installatie
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht 4 - klassikaal
We maken de opdracht online.
een grijze muis = een onopvallende persoon
(naar) de haaien (gaan) = vernietigd worden
een kei = iemand die ergens goed in is
een ster = iemand die ergens in uitblinkt
een warm bad = een prettig, aangenaam gevoel
een zacht ei = iemand die alles goed vindt
Slide 10 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Maak opdracht 3, 5 en 6 op NN online = huiswerk voor vr. 9 april
(zie evt. ook blz. 51-53 in je boek)
Kijk bij 'Planning': Planner Ne 2M1 - 6 t/m 9 april (week 14)