Grammatica woordsoorten

Deze les
- oefenen met de woordsoorten
- vragen stellen
- stillezen (boek 3)
- leren voor de woordsoortentoets
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Deze les
- oefenen met de woordsoorten
- vragen stellen
- stillezen (boek 3)
- leren voor de woordsoortentoets

Slide 1 - Tekstslide

Oefenen maar
- ik stuur steeds een link naar de chat 
- stel vragen tussendoor

Slide 2 - Tekstslide

1. https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-alle-woordsoorten-door-elkaar/#
2. https://leestrainer.nl/woordbenoemen/vo.htm
3. oefenen zelf verder op cambiumned.nl --> woordsoorten

Slide 3 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Artikel + Vorige les
- geoefend met: persoonlijk, bezittelijk, wederkerig en wederkerend voornaamwoord
(huiswerk bespreken: M2A en H2B)

Slide 5 - Tekstslide

Instructie
- deze les is echt een studieles
- zorg dat je geconcentreerd bezig bent met de vragen EN DE UITLEG bij de antwoorden
- geen gejuich en gejoel bij goede antwoorden graag!

Slide 6 - Tekstslide

Weet jij welke woorden de vragende voornaamwoorden zijn?

Slide 7 - Open vraag

Bekijk filmpje aandachtig
- maak eventueel aantekeningen op je stencil met woordsoorten!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Welk woord is géén aanwijzend voornaamwoord?
A
die
B
deze
C
zulke
D
welke

Slide 10 - Quizvraag

Aanwijzend voornaamwoord
1. Een aanwijzend voornaamwoord wijst altijd iets of iemand aan. 
2. Een aanwijzend voornaamwoord staat altijd vóór datgene wat het aanwijst. 
3. Voorbeelden van mogelijke aanwijzende voornaamwoorden zijn: 'die', 'dat', 'dit', 'deze', 'degene', 'diegene', 'datgene', 'zulk', 'zulke', 'zulken', 'zo'n'.

Slide 11 - Tekstslide

Maak zelf een zin met een aanwijzend voornaamwoord

Slide 12 - Open vraag

Video!
- de volgende video duurt iets langer
- maar legt erg GOED het MOEILIJKE betrekkelijk voornaamwoord uit
- let dus goed op!

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Zelfstudie
- lees de uitleg over het onbepaald voornaamwoord (p. 76)
- maken: opdr. 9, 10, 11 en 12

Slide 15 - Tekstslide

Welk voornaamwoord vind je het moeilijkst?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Link