Hoofdstuk 20 - Paul eet veel

Hoofdstuk 20 - Paul eet veel
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Speciaal OnderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 20 - Paul eet veel

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
Lees de tekst. 
Ken je een woord niet? Zoek het op!
Zoek niet de hele zin op! 
Probeer zelf te lezen, niet met Google Translate. 
Schrijf nieuwe woorden op! 

Slide 2 - Tekstslide

Lees de tekst
Paul vindt paella heel lekker.
Hij eet twee borden paella. 
En het ijs met peer vindt hij ook lekker. 
Hij eet twee borden ijs met peer. 
'Wat eet jij veel', zegt Paula. 
Paul lacht.
'Ik eet altijd veel,' zegt hij. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat eten Paul en Paula?
A
B
C
D

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel borden met eten eet Paul?
Schrijf het getal met letters (bijvoorbeeld: drie)

Slide 5 - Open vraag

Wat zit er bij het ijs?
A
B
C
D

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer eet Paul veel?
A
's Avonds
B
Bij Paula
C
Altijd

Slide 7 - Quizvraag

Lees de tekst
Paula zet de stroopwafels van Paul op tafel. 
Ze brengt de borden naar de keuken.
'Wil je koffie?' vraagt ze.
'Graag,' zegt Paul. 
Paula maakt de koffie.
Paul zit alleen aan de tafel.
Hij kijkt naar de stroopwafels. 

Slide 8 - Tekstslide

Welke combinatie is goed?
A
zetten in
B
zetten boven
C
zetten op

Slide 9 - Quizvraag

Waar is Paula?
A
In de keuken
B
In de eetkamer
C
In de slaapkamer

Slide 10 - Quizvraag

Paul wil koffie
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Welke combinatie is goed?
A
kijken over
B
kijken naar
C
kijken tegen
D
kijken aan

Slide 12 - Quizvraag

Lees de tekst
Hij kijkt nog eens naar de stroopwafels. 
Hij pakt een stroopwafel. 
En hij pakt nog een stroopwafel. 
Paula komt terug met de koffie. 
Ze kijkt naar de zak met stroopwafels. 
'Wat weinig koeken in het zakje,' zegt ze. 

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel stroopwafels eet Paul?
Schrijf het getal in woorden.

Slide 14 - Open vraag

Wat doet Paul met de stroopwafels?
A
Hij stopt ze in zijn zak
B
Hij legt ze onder tafel
C
Hij pakt ze
D
Hij eet ze

Slide 15 - Quizvraag

Ziet Paula dat Paul de stroopwafels eet?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quizvraag

Lees de tekst
'Ja,' zegt Paul. 
'De supermarkt heeft alleen kleine zakjes.'
Paula lacht. 
'Ja ja,' zegt ze. 

Slide 17 - Tekstslide

Is Paul eerlijk?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Weet Paula dat Paul de stroopwafels heeft gegeten?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag