In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Form. SO 3.1 - 3.5 & 2.5
Slide 1 - Tekstslide
Alleseters hebben net als planteneters en vleeseters een aangepast darmstelsel. Hoe ziet het darmstelsel van een alleseter eruit?
Slide 2 - Open vraag
Een kat loopt buiten op straat met een dood vogeltje in de bek terwijl het regent. Noem de biotische factor(en)
Slide 3 - Open vraag
Een kat loopt buiten op straat met een dood vogeltje in de bek terwijl het regent. Noem de abiotische factor(en)
Slide 4 - Open vraag
Het vasthouden van warmte wordt .... genoemd
Slide 5 - Open vraag
Een dierlijke cel heeft een celwand? En een celmembraan?
A
Geen van beiden
B
Alleen een celwand
C
Alleen een celmembraan
D
Beiden
Slide 6 - Quizvraag
Schimmelcellen hebben een celkern? En bladgroenkorrels?
A
Geen van beiden
B
Alleen een celkern
C
Alleen bladgroenkorrels
D
Beiden
Slide 7 - Quizvraag
Insecteneters hebben een
A
Kegelsnavel
B
Pincetsnavel
C
Haaksnavel
D
zeefsnavel
Slide 8 - Quizvraag
Zadeneters hebben een
A
Kegelsnavel
B
Pincetsnavel
C
Haaksnavel
D
Zeefsnavel
Slide 9 - Quizvraag
Het gebit hiernaast is van een...
A
Planteneter
B
Vleeseter
C
Alleseter
Slide 10 - Quizvraag
Wat voor darmstelsel heeft een vleeseter?
Slide 11 - Open vraag
Waar wordt water opgenomen
A
via het huidmondje
B
via de wortel
C
via de wortelharen
D
via de kraan
Slide 12 - Quizvraag
Waar wordt koolstofdioxide opgenomen
A
via het huidmondje
B
via de wortel
C
via de wortelharen
D
via de kraan
Slide 13 - Quizvraag
Hoe wordt er water van de wortel naar het blad vervoert?
Slide 14 - Open vraag
waarvoor heeft de plant water nodig
A
voor mineralen
B
tegen de dorst
C
voor verbranding
D
voor fotosynthese
Slide 15 - Quizvraag
waarvoor heeft de plant mineralen nodig
A
voor fotosynthese
B
Mineralen? wat is dat?
C
voor verbranding
D
voor het maken van eiwitten
Slide 16 - Quizvraag
Hoe krijgt de plant mineralen
A
via de huidmondjes
B
Via de vaatbundels
C
Via de wortels
D
Via het blad
Slide 17 - Quizvraag
Waar staat de plant het teveel aan zuurstof af?
A
huidmondje
B
wortel
C
blad
D
stengel
Slide 18 - Quizvraag
Hoe komt het water van de wortel bij de bladeren? Vul in wat bij de stippellijn had moeten staan.
De plant neemt water op in de 1............. Doordat de 2.................. open staan verdampt er water. Hierdoor wordt het water omhoog gezogen
Slide 19 - Open vraag
Beschrijf hoe een zeehond is aangepast aan het koude water in de zuidpool. Gebruik het begrip Isolatie
Slide 20 - Open vraag
Noem twee manieren waarop een woestijnplant is aangepast aan zijn omgeving.
Slide 21 - Open vraag
Welke functie hebben de bloemen van een plant?
Slide 22 - Open vraag
Bast en houtvaten lijken op elkaar; geef twee kenmerken waaraan je bastvaten kan herkennen
Slide 23 - Open vraag
Schrijf de verbrandingsformule op
Slide 24 - Open vraag
Welke delen van een plant eet je als je een aardappel eet?
A
Stengel
B
Bladeren
C
Wortel
D
Zaad
Slide 25 - Quizvraag
Welke delen van een plant eet je als je een erwtjes eet?
A
Zaden
B
Vruchten
C
Bladeren
D
Stengel
Slide 26 - Quizvraag
Welke delen van een plant eet je als je worteltjes eet?
A
Bladeren
B
Stengel
C
Wortel
D
Bloem
Slide 27 - Quizvraag
Cellulose heeft de plant nodig voor?
A
Groei
B
Levensprocessen laten verlopen
C
Opbouw celwanden
Slide 28 - Quizvraag
Eiwitten heeft een plant nodig voor?
A
Groei
B
Levensprocessen laten verlopen
C
Opbouw van celwanden
Slide 29 - Quizvraag
Haaien vormen niet de eerste, maar de laatste schakel van veel voedselketens in zee. Welke groep organismen vormt de eerste schakel van voedselketens; consumenten, producenten of reducenten. Leg uit
Slide 30 - Open vraag
Behoort een plantaardige alg tot een producent consument of reducent. Leg uit
Slide 31 - Open vraag
Hoe heet het deel van een plantaardige algencel waarmee zonne-energie wordt opgevangen om glucose te maken?
Slide 32 - Open vraag
Producenten staan altijd aan het begin van een voedselketen. Welke organismen vormen altijd de laatste schakel in een voedselketen? Leg uit
Slide 33 - Open vraag
De zeeslak eet de plantaardige algen en neemt zo glucose op. welke andere stof is er nodig voor verbranding?
Slide 34 - Open vraag
De zeeslak eet de plantaardige algen en neemt zo glucose op. Welke stoffen ontstaan er bij verbranding?
Slide 35 - Open vraag
Wat is de scheikundige naam van water?
Slide 36 - Open vraag
Wat is de scheikundige naam van glucose?
Slide 37 - Open vraag
Wat is de scheikundige naam van zuurstof?
Slide 38 - Open vraag
Wat is de scheikundige naam van koolstofdioxide?
Slide 39 - Open vraag
Geef de scheikundige formule van het fotosynthese proces. Maak deze ook kloppend
Slide 40 - Open vraag
Bekijk de afbeelding. Welke gassen moeten er in de richting van pijl 1? En welke in de richting van pijl 2?
Slide 41 - Open vraag
Bekijk de afbeelding hiernaast. Geef aan welke gassen bij pijl 1 en bij pijl 2 worden uitgewisseld
Slide 42 - Open vraag
In de afbeelding zie je het skelet van een beer. Geef aan welk type ganger de beer is én leg uit waaraan je dit ziet
Slide 43 - Open vraag
In de afbeelding zie je het skelet van een paard. Geef aan welk type ganger het paard is én leg uit waaraan je dit ziet
Slide 44 - Open vraag
Is een leeuw een topganger, teenganger of zoolganger?
A
Topganger
B
Zoolganger
C
Teenganger
D
Hoefganger
Slide 45 - Quizvraag
Is een hond een topganger, teenganger of zoolganger?