Arm en Rijk 3.5

Welkom!
Pak je lesboek en werkboek alvast voor je.
Laat je i-Pad dicht op tafel liggen.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak je lesboek en werkboek alvast voor je.
Laat je i-Pad dicht op tafel liggen.

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik vorige les
Leerdoelen:
- Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen sanering en renovatie.
- Je kunt voorbeelden geven van manieren waarop een gemeente de inrichting van een wijk kan verbeteren.
- Je kunt twee voorbeelden geven van manieren waarop de leefbaarheid in een wijk door armoedebeleid kan verbeteren.
- Je kunt voorbeelden geven van hoe stedelijke vernieuwing bestaat uit het verbeteren van gebouwen en de omgeving, en door het organiseren van activiteiten.
- Je kunt uitleggen voor welke leeftijdsgroep het erg belangrijk is om ondersteuning te krijgen om armoede goed tegen te gaan.

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken
Huiswerk 3.4:
Opdrachten: 1, 2 en 6

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg
Leerdoelen:
- Je kunt voorbeelden geven van rijke en arme gebieden (provincies) in Nederland.
- Je kunt uitleggen welke mensen van de landelijke gebieden naar de steden verhuizen en waarom ze dat doen.
- Je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn van de trek naar de stad voor de leeftijdsopbouw en het gemiddelde inkomen van de mensen die achterblijven.

- Je kunt uitleggen wat de sociaal-economische status van mensen te maken heeft met leefstijl en levensverwachting.
- Je kunt positieve kenmerken noemen van het wonen op het platteland, die laten zien dat je voorzichtig moet zijn met het trekken van conclusies over arm en rijk als je alleen naar inkomen kijkt.





Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de officiële uitleg van "besteedbaar inkomen"?
A
het bruto inkomen voor belastingen
B
het netto inkomen na belastingen
C
het inkomen na aftrek van belasting en premies
D
het inkomen minus alle kosten

Slide 11 - Quizvraag

Alle mensen van 15 jaar tot aan de pensioenleeftijd die werken of werk zoeken noem je de..
A
Actieve beroepsbevolking
B
Beroepsbevolking
C
Werkloze beroepsbevolking
D
Werkzame beroepsbevolking

Slide 12 - Quizvraag

In welk opzicht is het platteland juist heel leefbaar?
A
De rust
B
De drukte
C
De voorzieningen
D
De koeienmest

Slide 13 - Quizvraag

In de grote steden wonen meer mensen met een hogere sociaal-economische status dan in de rest van NL.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Situatie: in een wijk gaat het heel slecht met de leefbaarheid. Bewoners voelen zich onveilig op straat. De ramen van de bushokjes zijn regelmatig kapot. Vaak moet de politie ingrijpen bij vechtpartijen tussen groepjes jongeren. De gemeente besluit in te grijpen, met een hele serie aan maatregelen.

→ Koppel de juiste maatregel aan het juiste begrip.
Armoedebeleid voeren. 
Bestemmingsplan aanpassen. 
Renovatie uitvoeren. 
Stedelijke vernieuwing toepassen. 
Er wordt een voetbaltoernooi voor jongeren georganiseerd.
Gezinnen met schulden krijgen hulp in het gemeentehuis.
Alle huurwoningen in de wijk worden opnieuw geschilderd en krijgen dubbel glas.
Op de plek van het grote, bijna leegstaande winkelcentrum komt een rijtje wat duurdere koophuizen en een park.

Slide 15 - Sleepvraag

Aan de slag!
Paragraaf 3.5:
Maken: Opdrachten 2, 4, 6

Slide 16 - Tekstslide

Herhaling
Leerdoelen:
- Je kunt voorbeelden geven van rijke en arme gebieden (provincies) in Nederland.
- Je kunt uitleggen welke mensen van de landelijke gebieden naar de steden verhuizen en waarom ze dat doen.
- Je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn van de trek naar de stad voor de leeftijdsopbouw en het gemiddelde inkomen van de mensen die achterblijven.
- Je kunt uitleggen wat de sociaal-economische status van mensen te maken heeft met leefstijl en levensverwachting.
- Je kunt positieve kenmerken noemen van het wonen op het platteland, die laten zien dat je voorzichtig moet zijn met het trekken van conclusies over arm en rijk als je alleen naar inkomen kijkt.

Slide 17 - Tekstslide