HC - Verlichting 1650 - 1900 deel 1 blz. 38/39

HC - Verlichting 1650 - 1900 par 1&2


2.1 - Filosoferen over een nieuwe maatschappij
tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Gouden Eeuw / 17e eeuw;
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

HC - Verlichting 1650 - 1900 par 1&2


2.1 - Filosoferen over een nieuwe maatschappij
tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Gouden Eeuw / 17e eeuw;

Slide 1 - Tekstslide

2.1 Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Gouden Eeuw / 17e eeuw;
23. het streven van vorsten naar absolute macht;
26. de wetenschappelijke revolutie. 

27. rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving:
godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen;
28. voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte
wijze vorm te geven (verlicht absolutisme);
29. uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee
verbonden transatlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme;
30. de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten,
grondrechten en staatsburgerschap. 
Kenmerkende aspecten bij deze historische context
tijdvak 7: tijd van pruiken en revoluties (1700-1800) / eeuw van de Verlichting/ 18e eeuw;

Slide 2 - Tekstslide

2.1 Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Gouden Eeuw / 17e eeuw;
Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?

Slide 3 - Tekstslide

2.1 Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Gouden Eeuw / 17e eeuw;
Verlichting; historische periode die begint rond 1650 en eindigt met de Franse Revolutie. Een tijd waarin empirisch onderzoek en het kritische verstand belangrijk gevonden werden.

Slide 4 - Tekstslide

2.1 Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Gouden Eeuw / 17e eeuw;
De wetenschappelijke revolutie begint
Eind 15e eeuw komen een aantal ontwikkelingen in stroomversnelling.

  • Ontdekkingsreizen verruimen blik; normen en waarden, machtsrelaties, religies.
  • Deze reizen stimuleren technologische ontwikkelingen; cartografie, scheepsbouw, navigatie instrumenten 
  • Uitvinding boekdrukkunst
  • Renaissance; hernieuwde belangstelling klassieke oudheid, honger naar 'nieuwe' kennis (niet alleen bijbel als bron van kennis)

Slide 5 - Tekstslide

2.1 Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Gouden Eeuw / 17e eeuw;
  Renaissance

'Memento mori'
(gedenk te sterven)

wordt

'carpe diem'
(pluk de dag)
(pluk de dag)


Slide 6 - Tekstslide

2.1 Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Gouden Eeuw / 17e eeuw;
Humanisten
Bijbel is niet meer enige bron van kennis. Ook oude Griekse en Latijnse bronnen als uitgangspunt voor kennis en wijsheid.

Humanist:
  • leraar
  •  klassiek geschoold in grammatica, welbespraaktheid, poëzie, geschiedenis en filosofie.
  • homo universalis

Zochten naar verbinding tussen wereldbeeld klassieke filosofen en christendom. Humanisten waren christenen!
Plato wijst naar boven, Aristoteles strekt zijn arm voor zich uit, met zijn handpalm naar de aarde gericht. Plato symboliseert de speculatieve filosofie doordat hij naar boven wijst, naar het spirituele, het bovennatuurlijke. Aristoteles wijst juist naar de aarde, als bron voor alle wetenschappelijke kennis. 

Slide 7 - Tekstslide

2.1 Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Gouden Eeuw / 17e eeuw;
Verlichte denkers willen een nieuwe samenleving
In de 17e eeuw kreeg men minder ontzag voor klassieke filosofen. Niet langer onfeilbare wijzen, maar voorlopers.

Huidige mens is ook in staat tot grootse dingen als men zelf onderzoek deed. 

Maar hoe? Er ontstaan twee  leidinggevende methoden

Het willen en kunnen overtreffen van de oudheid zagen we al terug bij de kunstenaars van de renaissance. Zij kopieerden niet allen de kunst uit de klassieke oudheid, zij overtroffen die.

Slide 8 - Tekstslide

2.1 Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Gouden Eeuw / 17e eeuw;
Het rationalisme
René Descartes

Verhandelingen over de methode (1637)

Onderzoeksmethodiek gebaseerd op basis van twijfel aan alle kennis. Door het gebruik van het verstand komt men tot kennis.

'Twijfel is het begin van wijsheid.'
'Cogito ergo sum'

Slide 9 - Tekstslide

2.1 Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Gouden Eeuw / 17e eeuw;
Het empirisme
John Locke

De mens is een ongeschreven blad (tabula rasa). Aangeboren kennis bestaat niet. Nieuwe kennis ontstaat door observatie en ervaren en daar vervolgens op te reflecteren.

Niet de ratio is de bron van kennis, maar het experiment, de waarneming, de ervaring.

Slide 10 - Tekstslide

2.1 Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Gouden Eeuw / 17e eeuw;
Humanisme vs. Wetenschappelijke revolutie/Verlichting
Een humanist is een leraar die klassiek geschoold was in grammatica, welsprekendheid, Poëzie, geschiedenis en filosofie.


Focus op bestaande kennis!
Onderzoekers richten zich op zelf nadenken, waarnemen en experimenteren in plaats van te vertrouwen op reeds bestaande kennis (religieus, klassiek).

Focus op nieuwe kennis!
Humanisten
Verlichtingsdenker

Slide 11 - Tekstslide

2.1 Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Gouden Eeuw / 17e eeuw;
Verlichte denkers willen een nieuwe samenleving
Zowel het rationalisme als het empirisme hebben grote invloed op wetenschappers - en dus op de wetenschappelijke revolutie - in Europa. 

Door de boekdrukkunst konden ideeën snel worden verspreid. Wetenschappers lazen elkaars publicaties, en meningen. Ze reageerden op elkaar, verbeterden elkaar, ze vergaarden samen steeds meer kennis.

Hoewel ze het lang niet altijd met elkaar eens waren, nam het geloof dat de mens instaat was de wereld beter te maken toe.  

De Britse natuurkundige Isaac Newton was met zijn onderzoeksmethoden een pionier van de Verlichting.

Slide 12 - Tekstslide

2.1 Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Gouden Eeuw / 17e eeuw;
Verlichte denkers willen een nieuwe samenleving
De verlichters wensten naast het opdoen van zoveel mogelijk kennis ook een nieuwe maatschappij. Een maatschappij gebouwd op de wetenschappelijke ontdekkingen die werden gedaan.

Hoe deze maatschappij er dan precies moest uitzien? Daar dacht men toch echt wel anders over. 
Het verlichtingsdenken bestond uit een veelheid theorieën over de staat, het geloof, onderwijs.

Wat hen verbond was het geloof in een betere en eerlijker wereld, en een afkeer van het absolutisme.

Slide 13 - Tekstslide

Noem drie ontwikkelingen die aan de vooravond van de wetenschappelijke revolutie plaatsvonden

Slide 14 - Open vraag

In welk opzicht was het onderzoek van de humanisten vernieuwend?

Slide 15 - Open vraag

In welk opzicht sluit het humanisme aan bij de op handen zijnde wetenschappelijke revolutie?

Slide 16 - Open vraag

Waarom was het belangrijk voor de kennisontwikkeling om de klassieke geleerden niet meer als
onfeilbaar te beschouwen?

Slide 17 - Open vraag

Wat bedoelt Descartes met zijn uitspraak ‘Cogito ergo sum’?


Slide 18 - Open vraag

Wat bedoelt Locke met tabula rasa?


Slide 19 - Open vraag

Leg uit wat het verschil is tussen de onderzoeksmethode van Descartes en die van Locke.


Slide 20 - Open vraag

Hoe wilden verlichters de samenleving veranderen?

Slide 21 - Open vraag

'De wetenschappelijke revolutie kon niet plaatsvinden zonder het humanisme.'

Verdedig deze stelling met een argument

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Video