Nederlands toetsweek klas 2
1 / 11
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is geen aanw. vnw.?
A
dit
B
deze
C
dat
D
daarom
Slide 3 - Quizvraag
Noem alle koppelwerkwoorden
Slide 4 - Open vraag
''Ik liep door de stad, want ik wilde een vis kopen.''
Wat voor een voegwoord staat in deze zin?
Wat voor een voegwoord staat in deze zin?
A
nevenschikkend vw.
B
onderschikkend vw.
Slide 5 - Quizvraag
Waar bestaat een naamwoordelijk gezegde uit?
A
werkwoordelijkdeel+ naamwoordelijkdeel
B
Alle ww in de zin
C
alle ww+alle naamwoorden
D
alle ww+onderwerp
Slide 6 - Quizvraag
Hoe vind je het onderwerp?
A
Waarom+pv+gezegde?
B
Wie of wat+gezegde?
C
Wanneer of hoe+gezegde?
D
Wat+pv?
Slide 7 - Quizvraag
"Ik loop richting hem, als ik daar zin in heb."
Wat voor bijzin staat er in deze zin?
Wat voor bijzin staat er in deze zin?
A
o-zin
B
lv-zin
C
bwb-zin
D
mv-zin
Slide 8 - Quizvraag
"Dat ik ga leren, lijkt mij zeer onwaarschijnlijk."
Wat voor bijzin staat er in deze zin?
Wat voor bijzin staat er in deze zin?
A
bwb-zin
B
o-zin
C
lv-zin
D
nd-zin
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
bakermat
fraude
esthetiek
plaats van oorsprong
bedrog
schoonheidsleer; theorie van schone kunsten
