Les KDGL Voeding

Voeding
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Voeding

Slide 1 - Tekstslide

Hoe krijgt jouw lichaam energie om iets te doen?
A
Lichaamsbeweging
B
Voeding
C
Niet roken en drinken
D
sociale contacten

Slide 2 - Quizvraag

Wat zit er dan in voeding wat maakt dat jij energie krijgt?

Slide 3 - Woordweb

Invloed op gezondheid
  • Een ongezond voedingspatroon leidt onder andere tot overgewicht en obesitas
  • Volwassenen met ernstig overgewicht hebben 5 tot 12 keer zo veel kans op diabetes en 2 tot 3 keer zoveel kans op hart en vaatziekten en een aantal vormen van kanker
  • Te veel verzadigde vetzuren en transvetzuren kan leiden tot een verhoogd cholesterolgehalte, wat weer kan leiden tot hart en vaatziekten en diabetes
  • Het gebruik van te veel zout kan leiden tot een hoge bloeddruk, wat het risico verhoogd op hart en vaatziektes, beroertes, nieraandoeningen en kanker

Slide 4 - Tekstslide

De schijf van 5

Slide 5 - Tekstslide

Waarom moet men naast gekookte ook rauwe groente eten?
A
Omdat dat lekker is
B
koken krijg je 30 tot 50% vitamineverlies
C
Koken is niet gezond
D
Gekookte groente is moeilijker te eten

Slide 6 - Quizvraag

Wat zit er in vet vlees waardoor je aderen kunnen dichtslibben?
A
Onverzadigd vet
B
Koolhydraten
C
Foliumzuur
D
Verzadigd vet

Slide 7 - Quizvraag

Wat zit er vooral veel in mager vlees?
A
vetten
B
koolhydraten
C
eiwitten
D
ijzer

Slide 8 - Quizvraag

Wat zit er niet in vlees en wel in groente dat heel belangrijk is?
A
Mineralen
B
vitamines
C
vezels
D
ijzer

Slide 9 - Quizvraag

Waarom zijn vezels belangrijk?

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Tekstslide

Door leuke dingen te doen gaat welk hormoon vooral zijn werk doen?
A
adrenaline
B
nor adrenaline
C
insuline
D
endorfine

Slide 12 - Quizvraag

Kan je door te eten ook endorfine aanmaken?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Welk orgaan is verantwoordelijk voor de afbraak van suiker?
A
Lever
B
Nieren
C
Alvleesklier
D
Dikke darm

Slide 14 - Quizvraag

Wat als dat orgaan niet meer 'goed' werkt, wat heb je dan?

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Tekstslide

Om af te vallen is welke activiteit het beste om te doen?
A
Hardlopen
B
Spierversterkende oefeningen
C
Spinning
D
Voetballen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is hypertensie?
A
te hoog bloedsuikergehalte
B
te hoge bloeddruk
C
te hoog cholesterol
D
vitamineoverschot

Slide 18 - Quizvraag

Wat kun je doen om hoge bloeddruk te verminderen?
A
elke dag 3 uur sporten
B
Stress verminderen
C
Wat meer zout aan eten toevoegen
D
6x per dag eten

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Uitleg opdracht Voeding
  • Je maakt het in je eentje
  • Je levert het in via teams 

Slide 21 - Tekstslide