Kosten: De in geld uitgedrukte waarde van datgene wat een onderneming opoffert om te kunnen werken. Uitgaven: Geldbedragen die het bedrijf betaalt, zoals geld dat uit de kas of van de bankrekening gaat. Opbrengsten: Geld dat het bedrijf verdient, meestal door verkoop van producten of diensten. Ontvangsten: Geld dat binnenkomt bij de onderneming, verhoging van het geld in kas of op de bank. Exploitatiekosten: Alle kosten die gemaakt worden om de onderneming draaiende te houden. Rente: Vergoeding voor het lenen van geld, afhankelijk van kapitaal, rentepercentage en leenperiode. Verspilling: Onnodige uitgaven die vermijdbaar zijn en geen bijdrage leveren aan de bedrijfsvoering.