2.4 Massa bij chemisch reacties

2.4 Massa bij reacties
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2.4 Massa bij reacties

Slide 1 - Tekstslide

hoe gaat het met jullie

Slide 2 - Open vraag

Chemische Reactie
Geen chemische reactie

Slide 3 - Sleepvraag


fase overgang
chemische reactie
mengsel

Slide 4 - Tekstslide

Wet van behoud van massa
Er kan geen massa verschijnen of verdwijnen.

Slide 5 - Tekstslide

Wat houdt de wet van Lavoisier in?
  • Het is de wet van behoud van massa. Bij een chemische reactie is de totale massa van de beginstoffen gelijk aan de totale massa van de reactieproducten.

Slide 6 - Tekstslide

Massaverhouding
  • De massa's van stoffen voor en na een (chemische) reactie zijn even groot.
  • De beginstoffen reageren in een constante massaverhouding.

Slide 7 - Tekstslide

Wet van behoud van massa 
In 1789 formuleerde de fransman Antoine Lavoisier wet van massabehoud. Hij was niet de eerste, want in Rusland was de wet al in 1748 door Michael Lomonosov bewezen met experimenten.  
Beide wetenschappers realiseerden zich dat bij chemische reacties ook vaak gassen een rol spelen. Ze bedachten hoe ze deze gassen konden opvangen en meewegen.  Zo ontdekten ze de wet van behoud van massa!



 

Slide 8 - Tekstslide

Bij de reactie van vast natrium en gasvormig chloor ontstaat vast natriumchloride.
Geef hiervan het reactieschema

Slide 9 - Open vraag

broodje + hamburger (2x) + sla + saus -> hamburger

Slide 10 - Tekstslide

Rekenen met massaverhoudingen
Vergelijking met koken
Recept voor simpele salade van 300 gram.
Benodigheden: 250 gram sla, 50 gram dressing
sla      +         dressing         ->        salade
250 gram           50 gram                   300 gram   
500 gram          100 gram                  600 gram 
Verhouding is dan 250 / 50 is het zelfde als 5 : 1   


Ook koken voldoet aan de wet van behoud van massa!
x 2 

Slide 11 - Tekstslide

Salmiak maken
waterstofchloride (g) + ammoniak (g) --> salmiak (s)
Het blijkt dat 36 gram waterstof precies met 17 gram ammoniak reageert.
Volgende de wet van behoud van massa ontstaat er dan 53 gram salmiak (36 + 17 = 53 gram).
De massaverhouding is dan 36 : 17 = of te wel 2,1 : 1,0. 

Slide 12 - Tekstslide

Oefening
Recept:
300 gram bloem
200 gram 

Slide 13 - Tekstslide

Hulpmiddel om te rekenen
1. Schrijf het reactieschema op.
2. Schrijf de massaverhouding eronder.
3. Schrijf de bekende gegevens daaronder.
4. Bereken de onbekende.

Slide 14 - Tekstslide

Leg in eigen woorden uit wat de wet van massabehoud is.

Slide 15 - Open vraag

Oefening
De vaste stof natriumchloride ontstaat uit de reactie van vast natrium met gasvormig chloor. Bereken hoeveel gram natriumchloride je maximaal kan maken uit 14,0 gram natrium.

Slide 16 - Tekstslide

De vaste stof natriumchloride ontstaat uit de reactie van vast natrium met gasvormig chloor. Bereken hoeveel gram natriumchloride je maximaal kan maken uit 14,0 gram natrium.

  1. Schrijf het reactieschema op.
  2. Schrijf de massaverhouding eronder.
  3. Schrijf de bekende gegevens daaronder. 
  4. Bereken de onbekende.

  1. natrium (s) + chloor (g) --> natriumchloride (s)
2. 1,0             :        1,5           -->            ....?
3. 14,0            :        ....           -->            ....?
4. 14,0            :        21,0          -->            ....?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Leg in eigen woorden uit wat de wet van massabehoud is.

Slide 19 - Open vraag

Bij de ontleding van water ontstaan waterstof (gas) en zuurstof. Geef het reactieschema

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

maak een foto van de oplossing van de vorige vraag

Slide 22 - Open vraag

Methaan reageert met zuurstof tot koolstofdioxide en waterdamp. koolstofdioxide en waterdamp ontstaan in de verhouding 1,5 : 3,9. Voor de reactie is 230 gram methaan en 89 gram zuurstof. Hoeveel gram waterdamp kan hierbij ontstaan?

Slide 23 - Tekstslide

maak een foto van de oplossing van de vorige vraag

Slide 24 - Open vraag