Het examenonderdeel schrijven bestaat uit: - schrijf een zakelijke brief
- schrijf een betoog
120 minuten de tijd. dyslecten met pasje 150.
Slide 3 - Tekstslide
Onderdeel 2: betoog
De tweede schrijfopdracht in het examen is een betoog. In deze les gaan we in op het doel van de tekst, een goed voorbeeld om je aan vast te houden en je maakt de eerste opzet voor jouw betoog.
Je zult gaan merken dat de theorie van het betoog veel lijkt op de theorie van presenteren. Trap nou niet in de valkuil dat je je presentatie gaat uittypen. Geschreven tekst is wezenlijk anders dan gesproken tekst. (en andersom)
Slide 4 - Tekstslide
Wat is het doel van een betoog
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
activeren
Slide 5 - Quizvraag
Welke middelen zetten we in om iemand te overtuigen? (met een betoog)
A
feitelijke informatie
B
subjectieve argumenten
C
objectieve argumenten
D
drogredenen
Slide 6 - Quizvraag
Opdracht schooluniformen
Om een goed beeld te krijgen van de argumentatie en opbouw van een betoog ga je eerst de tekst “Schooluniformen? Een slecht idee” goed bekijken. Deze tekst vind je in teams- lesmateriaal -Nederlands.
Dit is een goed voorbeeld voor jouw examen! Bewaar dit ergens, zodat je het terug kunt kijken.
Slide 7 - Tekstslide
Sleepopdracht: argumentatieschema
Hierna volgt weer een sleepopdracht. Maak het argumentatieschema van dit betoog!
Bovenin het scherm zie je het standpunt van de schrijfster.
De drie hoofdargumenten heb ik eronder gezet.
Rechts staan alle subargumenten.
Het is aan jou om de onderbouwing goed in te vullen. Welk subargument hoort onder welk hoofdargument. Gebruik goed de WANT-proef.
Slide 8 - Tekstslide
Schooluniformen? een slecht idee!
Want
er komt verzet
Want
niet kosten-besparend
Want
Want
Kliekvorming blijft
Want
Want
Jongeren willen zelf bepalen wat zij aantrekken.
Je hebt aan één uniform niet genoeg.
Je hebt ook nog vrijetijdskleding nodig.
Mensen discrimineren nu eenmaal altijd.
Je kunt een uniform niet zomer en winter doordragen.
In Nederland is een uniform niet vanzelfsprekend.
Nederland heeft een andere traditie dan Engeland.
Ze moeten gewassen worden.
Slide 9 - Sleepvraag
Wat is het tegenargument dat de schrijfster gaat weerleggen?
Slide 10 - Open vraag
Hoe weerlegt ze dat tegenargument?
Slide 11 - Open vraag
OPDRACHT
Tot zo ver de theorie. Nu jij!
Je gaat een betoog schrijven over de stelling: "Als het OV staakt moeten we online les krijgen"
Kies je standpunt: ben je het eens of oneens?
Zoek informatie: ga op zoek naar informatie, noteer goed de bronnen en neem dit over in je bouwplan
Slide 12 - Tekstslide
schrijfplan/bouwplan
Voordat je gaat schrijven kun je een soort opzetje maken. Dit helpt je bij het schrijven in een vloeiende lijn.
In het bouwplan schrijf je per onderdeel kort de steekwoorden. Wat ga je hier beschrijven en welke bronnen haal je aan?
Slide 13 - Tekstslide
schrijfplan/bouwplan
in Teams staat een standaard bouwplan voor je klaar. Dat kun je downloaden en invullen met steekwoorden.
Het betoog mag je NIET thuis voorbereiden. Je schrijft het betoog ter plekke. Je mag wel al een bouwplan bij je hebben. Let op: dit wordt gecontroleerd op steekwoorden.
Slide 14 - Tekstslide
afronding en huiswerk:
Maak een bouwplan voor je oefenbetoog.
Denk eraan: alleen steekwoorden en je bronnen.
Schrijf daarna je betoog.
Volgende les: bouwplan en betoog beoordelen
Heb je vragen of kom je er niet uit, neem contact met op!