schrijven betoog (1/3)

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 3

9mbi lessen betoog 

-welkom

- terugblik vorige periode 

- afspraken periode 2

-nieuwe theorie: betoog les 1

Je hebt voor deze les geen boek nodig.

Hoe ging het de afgelopen periode bij het vak Nederlands?

afronding periode 1

toetsen en herkansingen gemaakt

cijfer op rapport (cum laude) is definitief

nog geen 5,0? dan einde van het jaar nog een kans

nu loslaten en door naar p2

Wat ga je in periode 2 anders doen?

Een paar aandachtspunten...

LessonUp account

Boek B

zoek een schrijfmaatje/ kritische vriend

Het betoog

De eindopdracht voor LEB is een betoog.
In deze les gaan we in op het doel van de tekst, een goed voorbeeld om je aan vast te houden en je maakt de eerste opzet voor jouw betoog. 

Wat is het doel van een betoog

1. informeren
2. instrueren
3. overtuigen
4. activeren

uitleg: 

Inderdaad, ik hoop dat je dit goed had. Een betoog is bedoeld om mensen te overtuigen van jouw mening of standpunt. Jij vindt iets en je wilt dat de hele wereld dat ook gaat vinden/het met jou eens is.

Welke middelen zetten we in om iemand te overtuigen? (met een betoog)

1. feitelijke informatie
2. subjectieve argumenten
3. objectieve argumenten
4. drogredenen

uitleg: 

In het betoog gebruik je argumenten die je standpunt ondersteunen. Deze argumenten zijn zo veel mogelijk objectief (feiten) en daarbij onderbouwd met een bron. 

Opdracht schooluniformen

Om een goed beeld te krijgen van de argumentatie en opbouw van een betoog ga je eerst de tekst “Schooluniformen? Een slecht idee” goed bekijken. Deze tekst vind je in Cum Laude - studieroutes - Nederlands. 

Maak je keuze

1. ik wil dit alleen doen
2. ik wil dit samen doen

We beginnen makkelijk... uit hoeveel alinea's bestaat deze tekst?

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

Als de inleiding alinea 1 is, en het slot alinea 5. Uit hoeveel alinea's bestaat de kern dan?

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

De schrijfster geeft op drie plaatsen in het artikel haar standpunt. Waar?

1. in de titel van het artikel
2. in de laatste zin van de inleiding
3. in het slot
4. in de allerlaatste zin van het artikel

uitleg:

Misschien vind je dit verwarrend. De inleiding eindigt met twee tegenstijdige dingen. de schrijfster zegt eerst "Ik vind het dan ook begrijpelijk dat er stemmen opgaan om in Nederland het Engelse systeem van schooluniformen in te voeren." Gevolgd door: "Ik denk alleen niet dat dit een goed voorstel is."

Haar standpunt is dus: het invoeren van schooluniformen is géén goed idee. 

om tot dit antwoord te komen moet je goed en kritisch lezen.

(Je had het ook in de titel kunnen zien. Die is duidelijk volgensmij.)

Met welke woorden geeft ze aan dat haar standpunt komt?

1. ik vind
2. ik denk
3. ik voel
4. naar mijn mening is het zo dat

Kijk goed naar iedere kern-alinea. Hoe begint de schrijfster iedere alinea?

1. met een signaalwoord
2. met een feit
3. met een drogreden
4. met haar standpunt

Met welk signaalwoord begint alinea 2?

Welk argument noemt de schrijfster in alinea 2?

Met welk signaalwoord begint alinea 3?

Welk argument noemt de schrijfster in alinea 3?

Met welk signaalwoord begint alinea 4?

Welk argument noemt de schrijfster in alinea 3?

Sleepopdracht: argumentatieschema

Hierna volgt weer een sleepopdracht. Maak het argumentatieschema van dit betoog!

 

• Bovenin het scherm zie je het standpunt van de schrijfster. 
• De drie hoofdargumenten heb ik eronder gezet. 
• Rechts staan alle subargumenten. 

Het is aan jou om de onderbouwing goed in te vullen. Welk subargument hoort onder welk hoofdargument. Gebruik goed de WANT-proef. 

Schooluniformen? een slecht idee!

Want

er komt verzet

Want

niet kosten-besparend

Want

Want

Kliekvorming blijft

Want

Want

Jongeren willen zelf bepalen wat zij aantrekken. 

Je hebt aan één uniform niet genoeg.  

Je hebt ook nog vrijetijdskleding nodig. 

Mensen discrimineren nu eenmaal altijd. 

Je kunt een uniform niet zomer en winter doordragen. 

In Nederland is een uniform niet vanzelfsprekend. 

Nederland heeft een andere traditie dan Engeland. 

Ze moeten gewassen worden. 

Dat heb je goed gedaan! 

Maar we zijn er nog niet.. Zoals je met het spreken hebt geleerd, kun je je betoog sterker maken door alvast na te denken over wat je opponent gaat zeggen. Als jij dit argument kunt noemen én weerleggen, dan ben je overtuigend. 

Je mag hievoor gebruik maken van de standaardzinnetjes: 
"Er zijn ook mensen die zeggen dat......."
"Maar daar ben ik het niet mee eens, want...."

Bedenk een tegenargument voor het betoog van de schrijfster.

Bedenk nu een weerlegging van dat tegenargument

OPDRACHT

Tot zo ver de theorie. Nu jij! 

Je gaat voor LEB een betoog schrijven over een stelling naar keuze. 

1. Kies je standpunt: ben je het eens of oneens met welke stelling? 

2. Zoek informatie: ga op zoek naar informatie, noteer goed de bronnen en neem dit de volgende les mee. 

Afronding en huiswerk

Bewaar je informatie met bronnen tot de volgende les. Je gaat die informatie dan omzetten in een schrijfplan. 

volgende les: schrijfplan maken. 

Heb je vragen of kom je er niet uit, neem contact met op!