Een fotolamp bevat een lichtgevende gloeispiraal. De lamp staat 90 cm vóór een bolle
lens. Deze lens maakt een scherpe afbeelding van de gloeispiraal op een scherm. Het
scherm staat 180 cm achter de lens.
a. Bereken de lineaire vergroting van de gloeispiraal.
gegeven: Gegeven: v = 90 cm en b = 180 cm
Gevraagd: N
Uitwerking:
N=vb
N=90180
N=2
Slide 2 - Tekstslide
Een fotolamp bevat een lichtgevende gloeispiraal. De lamp staat 90 cm vóór een bolle lens. Deze lens maakt een scherpe afbeelding van de gloeispiraal op een scherm. Het scherm staat 180 cm achter de lens.
b. De gloeispiraal is 11 cm lang. Bereken hoe groot de gloeispiraal op het scherm is.
Gegeven: v = 90 cm en b = 180 cm N = 2 B = 11 cm
Gevraagd: B
Oplossing: B = N ⋅ V
2 ⋅ 11 = 22 cm
B = 22 cm
Slide 3 - Tekstslide
Op 4 cm afstand van een bolle lens bevindt zich een voorwerp. Op 12 cm achter de
lens wordt een reëel beeld gevormd. Het voorwerp is 4 cm hoog. Bereken hoe hoog het beeld is.
Gegeven: v = 4 cm en b = 12 cm en V = 4 cm
Gevraagd: B
Oplossing:
B = N ⋅ V
3 ⋅ 4 cm = 12 cm
B = 12 cm
N=412
N=3
Slide 4 - Tekstslide
Een man met een lengte van 1,80 m wordt gefotografeerd met een digitale camera. Op de lichtgevoelige chip (beeldsensor met veel fotocellen) is de man slechts 2,20 cm lang.
a. Bereken de lineaire vergroting van de man.
Gegeven: V = 180 cm en B = 2,20 cm
2 = 180 cm en B1B2 = 2,2 cm
Gevraagd: N
Oplossing:
N=VB
N=1802,2
N=0,0122=1,22⋅10−2
Slide 5 - Tekstslide
Een man met een lengte van 1,80 m wordt gefotografeerd met een digitale camera. Op de lichtgevoelige chip (beeldsensor met veel fotocellen) is de man slechts 2,20 cm lang. De afstand tussen de cameralens en de chip bedraagt 3,8 cm.
b. Bereken de afstand tussen de man en de cameralens.
Gegeven: V = 180 cm en B = 2,20 cm N = 0,0122 cm b = 3,8
Gevraagd: v
Oplossing:
N=vb
0,0122=v3,8
N=310,9=3,1⋅102
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Je maakt een foto van een cheeta die op 110cm van de lens staat. De cheeta is 70cm lang. De lenssterkte is 3,5dpt. Bereken de lengte van van het beeld van de cheeta.
gegeven
gevraagd
uitwerking
25cm
Slide 8 - Tekstslide
Een cheeta versnelt gedurende 5,0 seconde eenparig hij legt hierbij een afstand af van 107m. Berekende de versnelling.
Gegeven:
Gevraagd:
Uitwerking:
4,3m/s2
Slide 9 - Tekstslide
Een vliegtuig versnelt eenparig met een versnelling van 55m/s² in 6,1s. Bereken de afstand die hij aflegt.
Een raceauto versnelt eenparig met een versnelling van 63m/s² en legt een afstand af van 529,5m. Bereken de tijd die hij hierover doet.
Gegeven:
Gevraagd:
Uitwerking:
4,1s
Slide 11 - Tekstslide
Secretatiat heeft een baan record over een afstand van 2,414km. Hij liep de afstand in een tijd van 0:2:24. Bereken de gemiddelde snelheid over de afstand..
Gegeven:
Gevraagd:
Uitwerking:
82414/144=15,8m/s
Slide 12 - Tekstslide
Secretatiat heeft een baan record over een afstand van 2,414km. Hij liep de afstand in een tijd van 0:2:24. Bereken de versnelling, er vanuit gaande dat Secretariat de hele race eenparig versnelde.
Gegeven:
Gevraagd:
Uitwerking:
a=ΔtΔv→14416,8=0,12m/s
Slide 13 - Tekstslide
De snelheid van geluid in lucht is 340 m/s. Het onweert 8 km verderop. Bereken hoelang het duurt voordat je de donder hoort in seconden.
Gegeven:
Gevraagd:
Uitwerking:
v=ts→3408000=23,5s
Slide 14 - Tekstslide
Een kogel wordt met een snelheid van 550 km/h uit een geweer weggeschoten. Al na 0,75s raakt de kogel zijn doel. Bereken de afstand tussen geweer en doel.
Gegeven:
Gevraagd:
Uitwerking:
v=ts→550⋅0,75=412,5m→4,1⋅102
Slide 15 - Tekstslide
Een Fiat Punto van 800kg trekt in 5,0s op naar 80km/h. bereken de motorkracht van de Fiat Punto
Gegeven:
Gevraagd:
Uitwerking:
Fm=3555,5N→3,6⋅103N
Slide 16 - Tekstslide
Teken het verloop van de lichtstralen. En geef aan waar het brandpunt zich bevind.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
--+++- (- is holle lens, divergerend + is bolle lens, convergerend.)
Slide 21 - Tekstslide
Oogwerking en nabijheidspunt
Bepaal je eigen nabijheidspunt:
Houdt een potlood op armlengte van je af.
Sluit één oog en kijk met het andere oog naar het potlood
Breng het potlood langzaam dichterbij, totdat je het niet meer scherp ziet.
Daar ligt je nabijheidspunt
Slide 22 - Tekstslide
Oogwerking: Accommoderen
Met dit proefje kan je het accommoderen van je oog voelen
Houd een potlood (of pen) op een halve armlengte van je ogen
Kijk naar de top van het potlood
Kijk vervolgens snel naar de muur achter het potlood en weer naar de top van het potlood.
Herhaal dit een aantal maal snel achter elkaar
Slide 23 - Tekstslide
Gerda laat haar vakantiefoto’s zien. De lens van haar diaprojector heeft een brandpuntsafstand van 15 cm. Het scherm staat op 3,5 m van de projector.
De afmetingen van de dia zijn 2,4 bij 3,6 cm.
a) Bereken de afstand tussen dia en projectielens.
b) Bereken de vergroting.
c) Bereken de afmetingen van het beeld.
a
v=16cm
b
c
N=22
54x80cm
Slide 24 - Tekstslide
Teken het verloop van de lichtstraal
De pijl is 2,5cm en de afstand tot de lens is 4,5cm.