In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom bij biologie
Wat is biologie?
Slide 1 - Tekstslide
Check in?
A
groene smiley
B
oranje smiley
C
rode smiley
Slide 2 - Quizvraag
Leerdoel:
Ik kan een planning maken én mij hier aan houden;
Ik kan uitleggen hoe spieren werken
Programma:
Proefwerk 17 en 18 mei Thema 4, basisstof 1 t/m 4
Terugblik SO skelet Inhalen 16-05
Herhalen basisstof 3
Theorie basisstof 4: Spieren
Verwerking
Slide 3 - Tekstslide
Hoe kan ik een planning maken en mij hier aan houden?
Slide 4 - Woordweb
Botverbindingen
Manieren waarop botten met elkaar verbonden kunnen zijn:
Theorie basisstof 3
Opbouw van het skelet door beenverbindingen (bekijk de video)
Een gewricht is een verbinding tussen twee botten. Door een gewricht kunnen de botten gemakkelijk bewegen
Gewricht kapsel en kapselbanden
Om het gewricht heen zit een stevig vlies. Dit vlies heet gewrichtskapsel. Het gewrichtskapsel houdt de botten bij elkaar. Het gewrichtskapsel maakt ook het gewrichtssmeer.
Om het gewricht zitten kapselbanden. De kapselbanden zijn een extra versteviging. Ze helpen mee om de botten op hun plaats te houden
Gewricht kogel en kom
Het uiteinde van één bot is bol. Dit heet de gewrichtskogel. Het uiteinde van het andere bot is hol. Dit heet de gewrichtskom.
Slide 5 - Tekstslide
Wat is de functie van gewrichtbanden?
A
soepel bewegen van het gewricht
B
houdt de 2 botten bij elkaar
C
zorgt voor extra stevigheid van het gewricht
Slide 6 - Quizvraag
Een gewricht wordt gevormd door twee botten. Welk onderdeel zit niet in een gewricht:
A
Kraakbeen
B
gewrichtssmeer
C
gewrichtskapsel
D
pezen
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de functie van een gewricht?
A
Voor de stevigheid
B
Beweging mogelijk maken
C
Aanhechting van de spieren
Slide 8 - Quizvraag
Houd je hand op je bovenarm en buig je arm. Wat voel je dat er gebeurt?
Slide 9 - Open vraag
Wat gebeurt er met de dikte van een spier als de spier zich samentrekt?
Slide 10 - Open vraag
Spieren door heel je lichaam: - Bekijk de video over spieren
- om botten te bewegen
- in de organen, zoals huidspiertjes en spiertjes in de darmwand
Bekijk de video voor extra uitleg over de armbuig en strekspier (de antagonisten)
Pezen
Pezen:
- spier zit met pezen aan het bot vast. Pezen zijn de witte delen aan het einde van elke spier
- de aanhechtingsplaats is de plek waar de pees aan het bot vastzit
- een pees kan niet samentrekken
Een pees voelen:
- Voel met je vingers van de linkerhand aan de binnenkant van je elleboog
- Buig nu je je rechterarm
Spieren
Spieren:
Een spier kan zich samentrekken, dan wordt de spier korter en dikker. De spier trekt dan de botten waar de spier aan vastzit naar elkaar toe. Zo onstaat beweging.
Antagonisten
Twee spieren die een tegengesteld effect hebben. Om een deel van je lichaam te bewegen zijn altijd minstens 2 spieren nodig.
Armbuigspier
Armbuigspier (biceps):
Als deze zich samentrekt, wordt hij korter en dikker. De onderarm wordt dan omhoog getrokken.
Armstrekspier
Armstrekspier (triceps):
Als deze zich samentrekt wordt hij korter en dikker. De onderarm wordt dan gestrekt.
Theorie basisstof 4
Slide 11 - Tekstslide
In de afbeelding wordt de arm gebogen. Welke spier is dan samengetrokken?
Afbeelding
A
Armbuigspier
B
Armstrekspier
C
Beide
Slide 12 - Quizvraag
Als je een spier ontspant, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker
Slide 13 - Quizvraag
Als deze spieren aanspannen
A
gaat de pols buigen
B
gaat de pols strekken
C
gebeurt er niets in de pols
D
gaat de pols draaien
Slide 14 - Quizvraag
Hier zie je de binnenkamt van een gebogen been. Wat is wat?
A
B
C
D
gewricht
bot
spier
pees
Slide 15 - Sleepvraag
Sleep de namen van de onderdelen van het gewricht uit de rechter kolom naar het juiste nummer in de linker kolom.