Benaderingswijzen in de thuisbegeleiding + GHZ

Benaderingswijzen in de thuisbegeleiding
Thuisbegeleiding in gehandicaptenzorg
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Benaderingswijzen in de thuisbegeleiding
Thuisbegeleiding in gehandicaptenzorg

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basishouding

  • Positieve grondhouding: ontspannen, relativeren, vertrouwen, aandacht

  • Voorbeeldfunctie

  • Positieve relatie met cliënten: echte interesse, actieve luisterhouding, in het hier en nu blijven, ik-boodschappen en niet aanvallend.

Een ik-boodschap is als volgt opgebouwd: ‘Ik voel me … als jij … en daarom … Ik zou graag willen dat …’


Betrokkenheid, empathie, assertiviteit, integriteit en echtheid zijn belangrijke beroepshoudingsaspecten in de thuisbegeleiding


Begeleidingsvaardigheden


  •     structuur;
  •     positiviteit: opmerken van gewenst gedrag en benoemen  wat goed gaat
  •     overleg met cliënt: eventueel op later moment ergens op terug komen. Altijd rustig blijven, actief blijven luisteren.


Slide 2 - Tekstslide


    Je bent ontspannen, kunt tegen een stootje en zoekt naar mogelijkheden en kansen.
    Je kunt relativeren, tankt op tijd bij, vat kritiek niet meteen persoonlijk op.
    Je hebt vertrouwen in de mogelijkheden van anderen: cliënten én ook collega’s.
    Je hebt aandacht voor wat mensen goed doen, wat goed gaat en spreekt dat ook uit.


Een positieve relatie met de cliënt blijkt hieruit:

    Je neemt de cliënt serieus.
    Je maakt oogcontact.
    Je bent echt geïnteresseerd in de cliënt en toont dat ook.
    Je luistert actief naar de cliënt.
    Je blijft bij het hier en nu, je haalt geen oude koeien uit de sloot, blijft niet doorzeuren.
    Je zegt wat je op je hart hebt op een niet-aanvallende manier. Je maakt dus gebruik van ik-boodschappen.

Hoe kan je reageren als iemand nog steeds niet klaar is met stofzuigen maar hier wel een start mee heeft gemaakt?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
Zeg je: ‘Ben je nu nog niet klaar met stofzuigen?’ of zeg je ‘Het valt niet mee, hè? Toch goed dat je bent begonnen met stofzuigen!’
    
Zeg je: ‘Je zou toch bellen met UWV? Hoe vaak hebben we dat al niet afgesproken?’ of zeg je: ‘De afspraak over het bellen met UWV staat nog open. Weet je wat, we doen dat zo meteen samen even.’

    Zeg je: ‘Schreeuw niet zo!’ of zeg je: ‘Zorg eerst even dat je rustig wordt, dan praten we over een kwartiertje verder over wat je zo boos maakt, oké?’

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie specifieke benaderingswijzen in thuisbegeleiding

presentiebenadering;
empowerment;
interventiebenadering.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present zijn
onvoorwaardelijk voor de cliënt inzetten

cliënt erkennen in zijn ‘zijn’ 

zo veel mogelijk tot zijn recht wil laten komen

zodanig naar de cliënt luistert dat deze zich gehoord voelt



Aansluiten bij referentiekader en de beleving van de cliënt

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Empowerment centrale rol
de cliënt ervaart dat hij/zij zelf invloed heeft op de situatie

gekeken vanuit capaciteiten en mogelijkheden

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interventiebenadering
Thuisbegeleider grijpt in, directief opstellen
 
Belangrijk om concrete stappen te zetten

Slide 8 - Tekstslide

Stel dat een cliënt zegt: Ik zit erg met x, maar ook probleem y zit mij dwars. Een non-directieve thuisbegeleider zal dan vragen: ‘Ik begrijp dat het dus beide grote problemen voor je zijn … welk probleem zou je als eerste willen aanpakken?’ Een directieve thuisbegeleider zal zeggen: ‘Ik begrijp dat je met beide problemen zit, maar ik stel voor om eerst samen probleem y aan te pakken.’
Interventiebenadering
Een probleem analyseren kan met vragen als:
Wat is het risico of probleem precies?
Wat zijn de oorzaken van dit risico of probleem?
Welke achtergronden spelen een rol bij het probleem?
Welke factoren houden het probleem in stand of verergeren het probleem?
Welke factoren verminderen het probleem of bieden bescherming tegen het probleem?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Muzisch-agogisch handelen
Methode waarbij muzikale en creatieve activiteiten cliënten stimuleren om een veranderingsproces in gang te zetten of te ondersteunen


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toegang krijgen tot gezin/persoon
Eerste doel op zich

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Contra-indicaties voor thuisbegeleiding 
of 
thuisbegeleiding is aanvullend op onderstaande zorg
  • Crisisinterventie: Psychiatrische patiënten kunnen voor spoedhulp terecht bij de ggz.
Gezinnen kunnen in geval van crisis een beroep doen op Jeugdzorg voor spoedhulp of
‘Families First’ .

  • Specifieke gedragsproblemen bij kinderen: Dit is het terrein van de gespecialiseerde
jeugdzorg. Het komt wel voor dat Thuisbegeleiding de begeleiding overneemt na afronding
van de gespecialiseerde hulpverlening ter voorkoming van terugval.

  •  Specifieke gedragsproblemen bij ouders: Deze behoren tot het aandachtsgebied van de ggz.

  • Relatie en verwerkingsproblemen zijn het terrein van het maatschappelijk werk.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke begeleiding(sbehoeftes) denken jullie dat mensen met een verstandelijke beperking hebben?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Begeleiding bij verstandelijke beperking
  • eigen kracht, zelfvertrouwen en zelfbeeld: vaak negatief zelfbeeld (veel bevestiging en stimulans nodig)
  •  structuur: ruimtelijke structuur, structuur in dagritme/begeleiding/dagelijkse routines/regels
  •  begeleiden in de samenleving: ondersteunen bij omgaan met negatieve reacties,   weerbaarheid vergroten, praten over interpretatie van situaties . Netwerkontwikkeling.
  •  zelfredzaamheid: zelfredzaamheidstraining; zelfredzaamheid controleren (afspraken);
  •  leefstijl: Overgewicht komt tot twee keer vaker voor dan bij mensen zonder verstandelijke beperking. Ook roken ze vaker, sporten ze minder en slikken ze vaker dan anderen kalmeringsmiddelen en antidepressiva.
  •     ouderschap: competenties ontbreken zoals inzicht en vaardigheden;
  •     financiën: vaak een bewindvoerder;
  •     organisaties: MEE (meedenken, meegaan, meeleven, meewerken).

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je doel moet zijn dat je de cliënt aan het twijfelen brengt over zijn interpretaties.

Is dat zo?’
    ‘Waar maak je dat dan uit op?’
    ‘Weet je het zeker?’
    ‘Hebben ze je dat gezegd?’
    ‘Oh, je kunt gedachten lezen?’

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfredzaamheidstraining

  • versterkers/bekrachtigers: (gemotiveerd om dingen te doen die iets positiefs opleveren)
  • kleine stapjes;
  • voordoen, samendoen, nadoen;
  • eenvoudige uitleg en visuele informatie

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leefstijl
Overgewicht komt tot twee keer vaker voor dan bij mensen zonder verstandelijke beperking. Ook roken ze vaker, sporten ze minder en slikken ze vaker dan anderen kalmeringsmiddelen en antidepressiva.

Oorzaak:
  • minder inzicht, kennis
  • gebrek aan structuur
  • gemakkelijk te beïnvloeden

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Hierna een link naar de grote methodiekengids: 28 begeleidingsmethodieken 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld methodiek: Geef me de vijf
De oorzaak van gedrag bepaalt de aanpak. Deze oorzaak bestaat uit een of meerdere van acht verstoringen in het brein en vijf omgevingsfactoren.

De acht storingen: 
1) Gefragmenteerd informatie verwerken
2) Sociale informatie niet herkennen
3) Foute koppeling maken
4) Onder- of overgevoelig reageren
5) Moeite hebben met betekenis verlenen
6) Chaotisch informatie opslaan
7) Referentiekaders missen
8) Informatie niet kwijtraken

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld methodiek: Geef me de vijf
De vijf omgevingsfactoren die stress veroorzaken: 
1) Overprikkeling
2) Onduidelijkheid
3) Onvoorspelbaarheid
4) Overvragen
5) Ondervragen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleid ontdekkend leren op basis van de stappen van het eigen initiatief model


  1. Oriënteren. Nadenken voor je begint, eerst een plan maken.
  2. Uitvoeren. Nadenken terwijl je bezig bent en in de gaten houden of je bereikt wat je wilt bereiken.
  3. Evalueren. Controleren of je hebt bereikt wat je wilde bereiken en terugkijken op en leren van de manier waarop je het hebt aangepakt.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Gentle Teaching
Gentle Teaching is een methodiek om mensen met VB en ernstig probleemgedrag te begeleiden zonder te straffen of belonen en zonder nadruk te leggen op het gedrag dat problematisch wordt ervaren. 
Het accent ligt niet op het aanleren van praktische vaardigheden of het afleren van ongewenst gedrag, maar op het ontwikkelen van onvoorwaardelijke relaties. 

Probleemgedrag kan ontstaan bij gebrek aan companionship, een onvoorwaardelijke, wederkerige vertrouwensrelatie tussen de cliënt en begeleider. 

Het primaire doel van Gentle Teaching is het ontwikkelen van companionship. Deze relatie kent vier pijlers:
1) De cliënt voelt zich veilig in het contact met de begeleider.
2) De cliënt voelt zich onvoorwaardelijk geliefd door de begeleider.
3) De cliënt voelt en uit zich liefdevol naar de begeleider.
4) De cliënt voelt zich verbonden met de begeleider.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hou-Vast methode
HouVast is er voor gezinnen van ouders met een LVB en kan als interventie worden ingezet door zorgaanbieders en gemeenten zoals wijkteams.

LVB staat voor Licht Verstandelijke Beperking. 
Het gaat om ouders die:
  • Een IQ score hebben tussen 50 en 85
  • Een beperkt sociaal aanpassingsvermogen hebben
  • Vaak met bijkomende problematiek te maken hebben (zoals leerproblemen, een psychiatrische stoornis, medisch- en organische problemen en of problemen in gezin en sociale context).

3 Hoofdstrategieën: In eigen hand - hand in hand - handje helpen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Link

Deze slide heeft geen instructies