7.1/7.2/7.3

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

7.1 Macht en gezag

'Macht gaat altijd over relaties'

1. Waar
2. Niet waar

Welke machtsbron gebruikt Wilders hier?

1. Politieke machtsbron
2. Cognitieve machtsbron
3. Affectieve machtsbron
4. Economische machtsbron

Politieke macht

Het vermogen om politieke besluitvorming te beïnvloeden 

Macht en gezag                           

Elke gezaghebber heeft macht, maar niet elke machtshebber heeft gezag!

Ga aan de slag met de introductie van hoofdstuk 7 +7.1

Lees eerst de tekst voor je vragen stelt!

• Je mag overleggen met je buurman/buurvrouw.
• Niet op je telefoon!
• Ben je klaar? dan mag je verder aan 7.2 :)

7.2 Machtsmiddelen

Middelen waarmee je het gedrag van anderen kunt beïnvloeden. 

Machtsmiddelen:

• functie/beroep
• kennis
• overtuigingskracht
• aantal medestanders
• geld

Machtsmiddelen

Welke machtsmiddelen hebben deze mensen?

Wat zijn geschreven regels?

Regels die zijn opgeschreven, 

wetten.

Je moet je eraan houden.

Voorbeelden:

Schoolregels, contract voor werk, de Grondwet, verkeersregels

Eten en drinken in de klas is niet toegestaan. Dit staat in de schoolgids.

1. Geschreven regel
2. Geen geschreven regel

Je mag niet door rood rijden, dan krijg je een boete.

1. Wet
2. Geen wet

Wat is de Grondwet?

1. Huisregels van Nederland
2. Basisregels van de wet

Je hebt recht op onderwijs.

1. Waar
2. Niet waar