Formuleren H3 15-04-2021

Formuleren H3


Verbanden tussen zinnen

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Formuleren H3


Verbanden tussen zinnen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kent de termen signaalwoorden en tekst verband.
Je kunt signaalwoorden herkennen in een tekst.
Je kunt de signaalwoorden koppelen aan het juiste tekst verband.

Slide 2 - Tekstslide

TEKSTVERBANDEN

Slide 3 - Tekstslide

Theorie
De zinnen van een tekst houden verband met elkaar. Een tekst wordt duidelijker als de schrijver dat verband duidelijk aangeeft.

Slide 4 - Tekstslide

opsomming:
tegenstelling:
tijd (chronologisch):
oorzaak-gevolg:
reden:  

toelichtend (voorbeeld) :
conclusie/samenvatting:
voorwaarde: 
ook, bovendien, daarnaast
maar, toch, desondanks
eerst, daarna, vroeger, nu, ooit, later
daardoor, doordat, als gevolg van
daarom, omdat, want, immers, namelijk
zo, neem nou, bijvoorbeeld
kortom, dus, daarom
als, indien, tenzij, wanneer

Slide 5 - Tekstslide

Kies het goede antwoord.

Tekstverbanden geven...
A
...alinea's aan
B
...het doel van een tekst aan
C
...aan hoe alinea's en zinnen met elkaar te maken hebben

Slide 6 - Quizvraag

Hoe geeft de schrijver tekstverbanden aan?
A
functiewoorden
B
werkwoorden
C
lidwoorden
D
signaalwoorden

Slide 7 - Quizvraag

Bij welk tekstverbanden horen de signaalwoorden 'ook', 'bovendien' en 'tevens'?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
tijdsvolgorde
D
reden

Slide 8 - Quizvraag

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: aan de ene kant aan de andere kant
A
opsomming
B
reden
C
toelichtend
D
tegenstelling

Slide 9 - Quizvraag

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: kortom
A
toelichtend voorbeeld
B
opsomming
C
conclusie samenvatting
D
oorzaak-gevolg

Slide 10 - Quizvraag

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: toen
A
oorzaak-gevolg
B
tijd
C
voorwaarde
D
opsomming

Slide 11 - Quizvraag

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: zoals
A
toelichtend
B
tijd
C
oorzaak-gevolg
D
voorwaarde

Slide 12 - Quizvraag

Opdracht voor vrijdag
Werk alleen of als duo.
Zoek een filmpje, ergens op het internet, dat uitleg geeft over verbanden tussen zinnen.
Dit filmpje deel je in teams, in de groep NE. 
Je schrijft hierbij, waarom jij/jullie dit filmpje juist wel of juist niet goed vinden en vertellen waarom. Dubbele filmpjes worden niet goed gekeurd.
WEES DUS SNEL EN EFFICIËNT
(Noteer: namen,  mening met argument en voorbeeld.)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Waarom is dit instructiefilmpje wel/niet geschikt voor jullie?

Slide 15 - Open vraag

Zijn er nog vragen?
Zo ja, wat is je vraag?

Slide 16 - Open vraag

AAN HET WERK!
Maak alle opdrachten in jouw leerroute.
Je mag mij altijd 1-op-1 berichten.
Vooruit werken mag, maar liever verdiepen in de stof welke nu behandeld wordt.

Slide 17 - Tekstslide

Hoe ging de les?
Lukt het? Werkt het? Leert het?
0100

Slide 18 - Poll