11.5-2 De nieren V5 2122

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 11.5 De nieren deel 2
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 11.5 De nieren deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Doel 11.5
Je leert hoe je nieren stoffen uitscheiden
Je leert hoe het tegenstroomprincipe in je nieren werkt
Je leert hoe hormonen de water- en zouthuishouding van je lichaam regelen
Je leert hoe hormonen je bloeddruk aanpassen

Slide 2 - Tekstslide

BINAS 85C

Slide 3 - Tekstslide

Voorurine -> urine
In het filtraat/ de voorurine zitten: water, glucose, zouten, ureum, andere afvalstoffen.

1. Glucose en andere voedingsstoffen moet weer terug in de bloedbaan.
2. Water en zouten moeten deels weer terug in de bloedbaan.
3. Ureum en andere afvalstoffen moeten in de voorurine blijven.
4. Ontzuren van het bloed

Slide 4 - Tekstslide

Osmotische waarde in de nier
Laag in de nierschors 
(ongeveer gelijk aan 
bloedplasma en 
weefselvloeistof)
Hoog het het niermerg

Slide 5 - Tekstslide

Tegenstroompricipe
Het bloed rond het nier-
buisje loopt de andere
kant op dan de voorurine.
Dit bevorderd de terug-
resorbtie van water.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hormonen - Renine
Wordt afgegeven door de nieren als het een te laag zoutgehalte is in het bloed (te lage osmotische waarde).
Hierdoor verhoogt de afgifte van angiotensine I en II, dit verhoogt de afgifte van Aldosteron in de bijnierschors.

Zie BINAS 89A en 89D


Slide 9 - Tekstslide

Tweede gekronkelde nierbuisje
Aldosteron bevordert de werking van de Na/K pompen.

Hoe meer Aldosteron hoe meer zout er uit de voorurine wordt gehaald.








Slide 10 - Tekstslide

Hormonen - ADH
Antidiuretisch Hormoon

Wordt afgegeven door de hypofyse als er een watertekort in het bloed is (te hoge osmotische waarde)

Zie BINAS 89A en 89D


Slide 11 - Tekstslide

Verzamelbuisje
Waterkanalen zorgen voor terugstromen water in het bloed.

ADH zorgt voor toename van het aantal waterkanalen in de celmembranen van de cellen in het verzamelbuisje

Slide 12 - Tekstslide

Hormonen - Bloeddruk
Renine en ADH zijn ook betrokken bij het regelen van de bloeddruk. Veel water vasthouden betekent een hogere bloeddruk. 
Veel water verliezen betekent een lagere bloeddruk -> plaspillen



Slide 13 - Tekstslide

Doel 11.5
Je hebt geleerd hoe je nieren stoffen uitscheiden
Je hebt geleerd hoe het tegenstroomprincipe in je nieren werkt
Je hebt geleerd hoe hormonen de water- en zouthuishouding van je lichaam regelen
Je hebt geleerd hoe hormonen je bloeddruk aanpassen

Slide 14 - Tekstslide

Doel 11.5
BINAS 85A Nieren
BINAS 85B Samenstelling bloedplasma en urine
BINAS 85C Niereenheid/ nefron
BINAS 85D Osmoregulatie
BINAS 89A Hormonen

Slide 15 - Tekstslide

Begrippen 11.5
tegenstroomprincipe, ADH, aldosteron, renine

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode.
Kies leerweg B.
11.5: alle vragen



Slide 17 - Tekstslide