11 .5 uitscheiding herhaling vwo5

Herhaling H11                          Uitscheidingsorganen
Wat is het doel van uitscheiding? 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling H11                          Uitscheidingsorganen
Wat is het doel van uitscheiding? 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Functies van de nieren
  • filteren van afvalstoffen uit het bloed
  • osmotische waarde van het bloed regelen (ADH)
  • regelen zuur-base evenwicht
  • hormoonproductie: EPO (rode bloedcelproductie) en renine (bloeddruk regulatie)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Noem 2 anatomische redenen waarom vrouwen vaker blaasontsteking hebben dan mannen

Slide 5 - Tekstslide

Blaasontsteking: man vs vrouw
Een blaasontsteking komt bij vrouwen vaker voor dan bij mannen.
Dat heeft twee redenen:


1) Bij vrouwen ligt de uitgang van de plasbuis dichter bij de anus dan bij mannen
2) Bij vrouwen is de plasbuis korter dan bij mannen. Hierdoor kunnen bacteriën makkelijker in de blaas terechtkomen dan bij een man.  


Slide 6 - Tekstslide

Glomerulus (bundel haarvaten) binnen een kapsel van Bowman
--> hierin ontstaat zo'n 180 L voorurine per dag, waarvan 99% weer terug naar het bloed gaat. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

ultrafiltratie

Slide 9 - Tekstslide

Tegenstroompricipe
Het bloed rond het nier-
buisje loopt de andere
kant op dan de voorurine.
Dit bevordert de terug-
resorptie van water.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

 in het laatste gedeelte nauwelijks nog overdracht
tegenstroomprincipe: continu overdracht, hogere opbrengst

Slide 12 - Tekstslide

BINAS 85C

Slide 13 - Tekstslide

Osmotische waarde in de nier
Laag in de nierschors 
(ongeveer gelijk aan 
bloedplasma en 
weefselvloeistof)
Hoog in het niermerg

Slide 14 - Tekstslide

Hormonen - ADH
Antidiuretisch Hormoon (= anti plas hormoon)

Wordt afgegeven door de hypofyse als er een watertekort in het bloed is (te hoge osmotische waarde)

Zie BINAS 89A en 89D


Slide 15 - Tekstslide

Verzamelbuisje
Waterkanalen zorgen voor terugstromen water in het bloed.

ADH zorgt voor toename van het aantal waterkanalen in de celmembranen van de cellen in het verzamelbuisje.

Slide 16 - Tekstslide

Hormonen - Bloeddruk
Renine en ADH zijn ook betrokken bij het regelen van de bloeddruk. Veel water vasthouden betekent een hogere bloeddruk. 
Veel water verliezen betekent een lagere bloeddruk -> plaspillen



Slide 17 - Tekstslide

- Aangemaakt bij te laag bloedvolume (bloeddruk is laag, osmotische waarde is hoog)
- Stimuleert transport van extra waterkanalen en transportkanalen ureum naar membraan
- Meer ADH betekent meer water terugresorptie en minder urine
- Alcohol remt de afgifte van ADH

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Tweede gekronkelde nierbuisje
Aldosteron bevordert de werking van de Na/K pompen in het tweede gekronkelde nierbuisje.

Hoe meer Aldosteron hoe meer zout er uit de voorurine wordt gehaald en terug naar het bloed wordt gepomt.








Slide 20 - Tekstslide

Doel 11.5
Je hebt geleerd hoe je nieren stoffen uitscheiden
Je hebt geleerd hoe het tegenstroomprincipe in je nieren werkt
Je hebt geleerd hoe hormonen de water- en zouthuishouding van je lichaam regelen
Je hebt geleerd hoe hormonen je bloeddruk aanpassen

Slide 21 - Tekstslide

Doel 11.5
BINAS 85A Nieren
BINAS 85B Samenstelling bloedplasma en urine
BINAS 85C Niereenheid/ nefron
BINAS 85D Osmoregulatie
BINAS 89A Hormonen

Begrippen: tegenstroomprincipe, ADH, aldosteron, renine

Slide 22 - Tekstslide