Poezië rijm - les 2

                                                 Poëzie
                                                                                                             Rijm
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

                                                 Poëzie
                                                                                                             Rijm

Slide 1 - Tekstslide

Strofe                            
Een alinea of couplet in een gedicht.                                                           

Slide 2 - Tekstslide

Eindrijm
Woorden aan het einde van de regel hebben dezelfde klank.

Kijk maar naar het gedicht hiernaast:

Slide 3 - Tekstslide

Welk rijmschema hoort er bij dit gedicht?

Slide 4 - Open vraag

Rijmschema
Jaren / Haren: AA
Ontdaan / aan: BB
Bewogen / gevlogen: CC

Slide 5 - Tekstslide

Beginrijm / Alliteratie
Voorbeeld: "De kat krabt de krullen van de trap".
In die zin beginnen veel woorden met de 'k'
Bij alliteratie gaat het om overeenkomst in klank van medeklinkers aan het begin van woorden.

Slide 6 - Tekstslide

Assonantie
Enkele woorden die bij elkaar in de buurt staan, hebben dezelfde klank, maar niet dezelfde eindletter(s).

Bijvoorbeeld: slappe - platte
vroege - coole

Slide 7 - Tekstslide

Klinkerrijm / assonantie

• Het gaat hierbij om de uitspraak, en niet om de spelling
• Zo is er bijvoorbeeld ook assonantie bij 'een groot cadeau'

Slide 8 - Tekstslide

Alliteratie / Assonantie
Alliteratie (beginrijm):
Groen - grom - griezel etc.
Assonantie (klinkerrijm):
Moeten - groenten - doe - vroeg - troep - schoen- moeder - groen - groeien

Slide 9 - Tekstslide

Benoem de alliteratie in eerste versregel

Slide 10 - Open vraag

Liesje leerde lotje lopen langs de lange lindenlaan
A
Alliteratie
B
Assonantie
C
Eindrijm
D
Beginrijm

Slide 11 - Quizvraag

De man uit Waddinxveen, woont zijn hele leven al alleen.
A
Alliteratie
B
Assonantie
C
Eindrijm
D
Beginrijm

Slide 12 - Quizvraag

De mUIs gaat naar hUIs.
(Het gaat om de 2x ui)
A
alliteratie
B
assonantie
C
Eindrijm
D
beginrijm

Slide 13 - Quizvraag

Rijmschema
Het eindrijm is in de meeste gedichten in een bepaald schema geordend. Voor het gemak geven we de rijmklanken aan met letters. Elke nieuwe rijmklank krijgt een andere letter. Rijmschema: Schema waarin je de rijmklanken van een gedicht ordent. Dat doe je met de letters van het alfabet.
Liefdesverdriet
De bard in zwart (a)
verliest zijn hart (a)
aan de vrouw (b)
in blauw. (b)
Hij zingt een lied, (c)
maar zij wil hem niet. (c)



Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld rijmschema
Ik lees van Amsterdam naar Hengelo (a)
en kijk naar wolkenlucht en polderland (b)
en zie, een reiger bij de waterkant (b)

schrikt op bij straaljagers die overvliegen. (c)
Tanks rijden op kapotgeschoten wegen (d)
volledig nat door miezerige regen. (d)

Soldaten ploeteren door modderpoelen (e)
en over lijken rottend langs het spoor. (f)
De koude lucht is smerig grauw en goor. (f)






Slide 15 - Tekstslide

Wat is het rijmschema van
dit gedicht?
A
AABB CCDD
B
ABAB CDCD
C
ABBA CDDC
D
ABCD ABCD

Slide 16 - Quizvraag