Tijdens de vorige les hebben we samen een ademhalingsoefening gedaan en besproken dat als je de manier waarop je ademt verandert, dit direct invloed heeft op je lichaam. Tijdens deze les gaan we hier iets dieper op in en gaan we naast de ademhalingsoefening ook een voorstellingsoefening doen.
Ademhaling is een belangrijk proces in je lichaam. Door adem te halen krijg je zuurstof binnen en door uit te ademen raak je afvalstoffen kwijt. Ademhaling speelt ook een belangrijke rol als het gaat om reacties op spannende situaties. In de voorgaande les hebben we geleerd dat je ademhaling versnelt tijdens een angstreactie. Doordat je sneller gaat ademen, kan je lijf in kortere tijd meer zuurstof opnemen. Deze extra zuurstof heb je nodig voor lichamelijke inspanningen.
Sommige leerlingen met faalangst schrikken van deze snelle ademhaling en krijgen deze niet onder controle. Het kan dan gebeuren dat je snelle ademhaling overslaat in hyperventilatie. Wanneer je last hebt van hyperventilatie adem je meer in en uit dan goed is voor je lichaam. Je lichaam raakt in de war. Je kunt last krijgen van transpiratie, een sneller kloppend hart, dubbel zien, duizeligheid en soms zelfs flauwvallen.