dyslexie

Dyslexie
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Dyslexie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat is dyslexie?
Dyslexie is een leerstoornis, wat heeft te maken met technisch lezen. Dyslexie betekent letterlijk niet goed kunnen lezen. Er is dan sprake van een ernstige achterstand op het gebied lezen en spelling. Ook bij extra ondersteuning/oefenen blijven het lezen en/of spelling moeilijk gaan. dyslexie is erfelijk maar het kan ook op een latere leeftijd ontstaan. 

Slide 3 - Tekstslide

Een paar verschillende soorten dyslexie.

  • Oppervlaktedyslexie: Hierbij moeten de kinderen de woorden opdelen of splitsen om het te kunnen lezen, wel kunnen ze woorden goed uitspreken.
  • Diepe dyslexie: Dit is een van de meest ernstige vormen. met dit type heb je moeite met zowel het uitspreken als herkennen van woorden.
  • Fonologische dyslexie: Dit is de meest voorkomende vorm. Hierbij ervaar je extreme moeite met het lezen van lange, onbekende of zeldzame woorden.  

Slide 4 - Tekstslide

Kenmerken van dyslexie
  • Moeite met het herkennen van letters en klanken, en het opschrijven ervan.
  • Moeite met woordvinding (meer tijd nodig om op woorden te komen).
  • Moeite met nauwkeurig lezen.
  • Draaien letters of de volgorde van letters om tijdens het lezen (b=d).

Slide 5 - Tekstslide

Hebben mensen met dyslexie recht op meer tijd bij toetsen?
A
Nee, dat hangt er vanaf of de school het kan regelen
B
Nee, alleen bij toetsen waarvoor je moet leren
C
Ja, altijd
D
Nee, alleen bij taaltoetsen

Slide 6 - Quizvraag

Wat voor soort stoornis is dyslexie?
A
Ontwikkelingsstoornis
B
Leerstoornis
C
Gedragsstoornis
D
Spraakstoornis

Slide 7 - Quizvraag

Wat is waar?
A
Dyslexie is niet erfelijk
B
Dyslexie is te genezen
C
Dyslexie heeft niet te maken met intelligentie
D
Dyslexie betekent ''niet kunnen lezen''

Slide 8 - Quizvraag

Bij dyslexie gaat het om een stoornis op gebied van:
A
Begrijpend lezen
B
Technisch lezen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is geen soort van dyslexie?
A
Diepe dyslexie
B
Oppervlaktedyslexie
C
Analfabetisme
D
Fonologische dyslexie

Slide 10 - Quizvraag

Dyslectici hebben allemaal een traag leestempo
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 11 - Quizvraag

Welk van de onderstaande kenmerken horen niet bij dyslexie
A
Hebben moeite om hun aandacht erbij te houden bij het geschreven woord
B
Klanken/letters in volgorde zetten
C
Onthouden van losse gegevens
D
Moeite met nauwkeurig lezen

Slide 12 - Quizvraag

Welke beroemdheid was niet dyslectisch?
A
Winston Churchill
B
Micheal Jackson
C
Albert Einstein
D
Walt Disney

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide