11.5 2VB
1 / 14
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Eicel
Zaadcel
Bevruchte eicel
Spiercel
23 Chromosomen
23 Chromosomen
46 Chromosomen
46 Chromosomen
Slide 4 - Sleepvraag
Slide 5 - Tekstslide
Welke combinatie is de juiste?
Een diploïde cel van een mens heeft:
Een diploïde cel van een mens heeft:
A
2N chromosomen
(46 stuks)
B
N chromosomen
(46 stuks)
C
2N chromosomen
(23 stuks)
D
N chromosomen
(23 stuks)
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Wat is mitose ?
A
Celdeling voor nieuwe lichaamscellen
B
Mitose komt voor bij planten alleen
C
Mitose is een verbrandingsproces
D
Celdeling voor geslachtscellen
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor Meiose?
Wat ontstaat bij Meiose?
Wat ontstaat bij Meiose?
A
Gewone celdeling, er ontstaan gewone cellen
B
Gewone celdeling, er ontstaan eicellen en zaadcellen
C
Reductiedeling, er ontstaan gewone cellen
D
Reductiedeling, er ontstaan eicellen en zaadcellen
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
wat is het verschil tussen differentiatie en specialisatie van een cel?
A
differentiatie gaat over de vorm en specialisatie over de functie
B
specialisatie gaat over de vorm en differentiatie over de functie
C
differentiatie vindt plaats na specialisatie
D
specialisatie vindt plaats na differentiatie
