1 Nederland en Indonesië - 1 Van vorstendommen tot kolonie

h2 les 1
Nederland en Indonesië
1
Tijd 1600 tot heden
1 - van vorstendom tot kolonie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

h2 les 1
Nederland en Indonesië
1
Tijd 1600 tot heden
1 - van vorstendom tot kolonie

Slide 1 - Tekstslide

1 Nederland en Indonesië - 1 Van vorstendommen tot kolonie

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

h2 les 1
A de Indische eilanden voor 1600
Tijd 1600 tot heden
Het huidige Indonesië bestaat uit heel veel eilanden. Tot de komst van de Europeanen (1600) vormden deze eilanden geen eenheid.

Culturele invloeden
Op de eilanden woonden vele volken met verschillende culturen. Vanaf de tweede eeuw kwam er handel met het Aziatische vasteland op gang.

Daardoor kwamen de mensen op de eilanden in aanraking met andere culturen, waar zij veel van overnamen.

Slide 6 - Tekstslide

h2 les 1
A de Indische eilanden voor 1600
Tijd 1600 tot heden
Sommige mensen op de eilanden namen het schrift uit India over. Anderen gebruikte Chinese munten.

Ook het geloof werd overgenomen uit andere landen. Zoals:

  • Boeddhisme
  • Hindoeïsme
  • Islam (werd vanaf de 16e eeuw het belangrijkste geloof)

Deze godsdiensten waren belangrijk voor de kunst en architectuur op de Indonesische eilanden.

Slide 7 - Tekstslide

h2 les 1
A de Indische eilanden voor 1600
Tijd 1600 tot heden
Vorsten en sultans
Op de Indische eilanden ontstonden in de loop van de eeuwen verschillende staten: gebieden die bestuurd werden door een vorst of sultan, een islamitische heerser. Edellieden en ambtenaren hielpen de vorsten bij het besturen.

Een voorbeeld van zo'n staat was het hindoestaanse koninkrijk Soenda, op het eiland Java. 

De Soendanezen handelden met andere eilanden via hun havensteden, Jakarta en Bantam. Het paleis van de de koning lag in Pajajaran, een stad met tienduizenden inwoners.

In 1579 werd het koninkrijk veroverd door Islamitische heersers, die er het sultanaat Bantam stichtten.


.

Slide 8 - Tekstslide

h2 les 1
A de Indische eilanden voor 1600
Tijd 1600 tot heden
Vorsten en sultans
Een ander voorbeeld was Atjeh, dat geleid werd door een sultan. Dit islamitische sultanaat ontstond rond 1520 in het noorden van Sumatra.

Belangrijke schakel in de handel tussen Indonesische eilanden en het vasteland van Azië.

Door de handel werd Atjeh enorm rijk. De sultans bouwden tempels en paleizen en hadden een sterke oorlogsvloot.


.

Slide 9 - Tekstslide

h2 les 1
Controleren
Tijd 1600 tot heden

Een uitspraak: ‘De Indische eilanden vormden vóór de komst van de Europeanen geen eenheid.’


Is deze uitspraak juist of onjuist?

.

Noem een cultureel, economisch, politiek, sociaal kenmerk van de Indonesische eilanden voor de komst van de Nederlanders.

.

Slide 10 - Tekstslide

h2 les 1
B de VOC in Oost-Indië
Tijd 1600 tot heden
Op het eiland Java hadden de inwoners van de havenstad Bantam regelmatig contact met Portugese, Chinese en Arabische handelaren. In 1596 verscheen voor het eerst een Nederlands schip in de haven van Bantam. Kort daarna begonnen de veroveringen van de VOC.

Een handelsroute vinden
Lange tijd wisten alleen de Portugezen hoe je naar Azië kon varen. Het lukte de Nederlanders in 1596 om ook naar Azië te varen. Ze kwamen aan in Bantam. Meer schepen volgden. De handel in specerijen leverden de Nederlanders veel geld op.


.

Slide 11 - Tekstslide

h2 les 1
B de VOC in Oost-Indië
Tijd 1600 tot heden
De VOC
Om onderlinge concurrentie te voorkomen bedachten de kooplieden een oplossing. Ze richtten in 1602 de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) op.

De VOC kreeg het handelsmonopolie op de handel in Azië. Dankzij dit monopolie kon de VOC veel winst maken.

De VOC stichtte handelsposten op Java en andere Indonesische eilanden, maar ook in China, Japan en op nog meet plekken in Azië. De 

De belangrijkste handelspost werd Batavia op het eiland Java.


.

Slide 12 - Tekstslide

h2 les 1
B de VOC in Oost-Indië
Tijd 1600 tot heden
Onderdrukking en geweld
De VOC kreeg van de regering ook het recht om oorlog te voeren, verdragen te sluiten en forten te bouwen.

Dit recht gebruikte de VOC om kleine gebieden langs de kusten te veroveren en de mensen met geweld te dwingen tot samenwerking.

Zo liet de VOC in 1621 15.000 mensen ombrengen op Banda, een eiland op de Molukken. De VOC wilde namelijk dat de mensen op Banda alleen zouden handelen met de VOC. Toen dit niet het geval bleek te zijn, stuurde de VOC een leger naar Banda.

Ook op andere plekken trad de VOC hard op.


.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

h2 les 1
Controleren
Tijd 1600 tot heden
De VOC kreeg een handelsmonopolie. Wat hield dat in?

  1. De Nederlandse regering verbood andere landen om met Azië te handelen.
  2. De regering van Oost-Indië verbood de handel met andere landen.
  3. De VOC mocht alleen bepaalde soorten producten uit Azië halen.
  4. De VOC was het enige Nederlandse bedrijf dat met Azië mocht handelen.
Geef een beschrijving van de manier waarop de VOC handeldreef in Oost-Indië.

.

Slide 16 - Tekstslide

h2 les 1
Huiswerk
Tijd 1600 tot heden
§1 1-3, 6-8

Slide 17 - Tekstslide

h2 les 1
C de kolonie Nederlands-Indië
Tijd 1600 tot heden
In de 17e en de 18e eeuw had de VOC vooral handelsposten langs de kust van Oost-Indië. Maar in de loop van de 19e eeuw veroverde Nederland steeds meer land in Oost-Indië.

Nederlands-Indië
In 1798 ging de VOC failliet. De Nederlandse staat nam de bezittingen, de schulden en de gebieden in Oost-Indië van de VOC over. De gebieden in Oost-Indië werden zo kolonies van Nederland en kregen de naam Nederlands-Indië.


Slide 18 - Tekstslide

h2 les 1
C de kolonie Nederlands-Indië
Tijd 1600 tot heden
Modern imperialisme
Rond 1800 begon het modern imperialisme. Dat hield in dat Europese landen zoveel mogelijk grondgebied in Azië en Afrika wilden veroveren om een zo groot mogelijk rijk op te bouwen.

Drie oorzaken modern imperialisme
  • Europese landen zochten grondstoffen voor hun industrie
  • Een groot rijk gaf aanzien
  • superioriteitsgevoel bij Europeanen

Slide 19 - Tekstslide

h2 les 1
C de kolonie Nederlands-Indië
Tijd 1600 tot heden
Ook Nederland wilde een groot koloniaal rijk en besluit zijn gebied in Oost-Indië uit te breiden.

Met behulp van het Koninklijk Nederlands-Indische leger (KNIL) veroverden de Nederlanders eiland na eiland. De Nederlandse regering noemde dit de 'pacificatie', het brengen van vrede.

Maar bij het brengen van vrede werd veel geweld gebruikt door het KNIL. In gebieden waar veel verzet kwam vanuit de plaatselijke bevolking, zoals Atjeh, werden honderden dorpen platgebrand.

Toch bleven veel mensen en leiders zich verzetten tegen de Nederlandse overheersing

Slide 20 - Tekstslide

h2 les 1
C de kolonie Nederlands-Indië
Tijd 1600 tot heden
Koloniaal bestuur
Wanneer de Nederlanders nieuwe gebieden veroverden, voerden ze daar een indirect bestuur in.

Lokale vorsten bleven op hun plaats, maar werden voortaan aangestuurd door Nederlanders.

De hoogste Nederlandse bestuurder was de gouverneur-generaal. Hij werd geholpen door residenten, die provincies bestuurden. De Indonesische bestuurders heetten regenten.

Een indirect bestuur was voordelig voor Nederland, want er waren maar weinig mensen nodig om een gebied te besturen.

Slide 21 - Tekstslide

h2 les 1
Controleren
Tijd 1600 tot heden
Hoe lukte het de Nederlanders om met weinig mensen een heel groot gebied te besturen?
Leg uit hoe en waarom Nederland zijn macht probeerde uit te breiden over Oost-Indië.

.

Slide 22 - Tekstslide

h2 les 1
Huiswerk
Tijd 1600 tot heden
§1 9, 10, 12

Slide 23 - Tekstslide