1.1: Van vorstendommen tot kolonie

1.1: Van vorstendommen tot kolonie
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

1.1: Van vorstendommen tot kolonie

Slide 1 - Tekstslide

A: De Indische eilanden voor 1600

Slide 2 - Tekstslide

De Indische eilanden voor 1600
Indonesië bestaat uit: Sumatra, Java, Borneo, Celebes, de Molukken en Nieuw-Guinea

Geen eenheid rond 1600

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Culturele invloeden
Veel verschillende culturen

2e eeuw: vanaf het vaste land naar Indonesië

Godsdiensten: boeddhisme, hindoeïsme en Islam

Vanaf 16e eeuw: Islam belangrijkste godsdienst

Slide 5 - Tekstslide

Vorsten en sultans
De Indische eilanden heeft verschillende staten: gebieden die bestuurd werden door een vorst of sultan (Islamitische heerser).

De heersers schreven wetboeken, hieven belasting en voerden oorlogen met elkaar.

Edellieden en soms ambtenaren hielpen hen bij het bestuur

Veel handel

Meeste inwoners waren boer

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld: Atjeh
Werd geleid door een sultan (Islamitisch)

Ontstond rond 1520 in het noorden van Sumatra

Schakel tussen de Indische eilanden en het Aziatische vasteland

Handel: specerijen

De sultans bouwden tempels en paleizen en hadden een sterke oorlogsvloot

Enorme rijkdom

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

B: De VOC in Oost-Indië

Slide 9 - Tekstslide

Een handelsroute vinden
Portugezen hadden wisten voor een lange tijd als enige hoe je naar Azië kon varen

Handel: specerijen, zoals peper en nootmuskaat

De Nederlanders wilden ook een route naar Azië vinden om geld te verdienen.

1596: Eerste Nederlandse handelsschepen kwamen aan in Bantam

Slide 10 - Tekstslide

De VOC
VOC: Verenigde Oost-Indische Compagnie (1602)

Handelsmonopolie op de handel in Azië 

De VOC stichtte o.a. handelsposten op de Indische eilanden, India, China en Japan

Batavia (Java): belangrijkste handelspost

Molukken: specerijen, zoals kruidnagel, nootmuskaat en foelie

Slide 11 - Tekstslide

Onderdrukking en geweld
De VOC kreeg het recht om:
  • Oorlog te voeren
  • Verdragen te sluiten
  • Forten te bouwen

De VOC gebruikte deze rechten om kleine gebieden langs de kust te veroveren en de bevolking met geweld tot samenwerking te dwingen

Slide 12 - Tekstslide

Onderdrukking en geweld: Banda-Eilanden (1621)
Banda mocht alleen met de VOC handelen

De Bandanezen dreven ook met andere landen handel en de VOC stuurde een leger

Van de 15.000 mensen overleefden ongeveer 600 de slag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Jan Pieterszoon Coen
Belangrijke vaarder van de VOC

Lange tijd in de Nederlandse geschiedenis een belangrijke zeeheld

Zorgde voor veel rijkdom

Maar: verantwoordelijk voor de massamoord op de Banda-Eilanden

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Opdrachten
A: de Indische eilanden voor 1600 (p. 11)
opdrachten: 1, 2 en 3

B: De VOC in Oost-Indië (p. 13)
Opdrachten: 6, 7 (a & b) en 8

Slide 18 - Tekstslide