Hoofdstuk 2 menselijk kunnen

Het vermogen om je dingen te herinneren, om te denken en te begrijpen
A
cognitie
B
motivatie
C
emotie
D
waarneming
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
Verpleging en verzorgingMBO

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

Onderdelen in deze les

Het vermogen om je dingen te herinneren, om te denken en te begrijpen
A
cognitie
B
motivatie
C
emotie
D
waarneming

Slide 1 - Quizvraag

Emotie
A
Het vermogen om je dingen te herinneren, om te denken en om te begrijpen.
B
Het opnemen en verwerken van prikkels die op je afkomen.
C
De prikkel die ertoe beweegt om iets te doen of na te streven.
D
Een innerlijke beleving of gevoel.

Slide 2 - Quizvraag

Het opnemen van prikkels die op je afkomen
A
emotie
B
waarneming
C
motivatie
D
cognitie

Slide 3 - Quizvraag

Wat gaan we doen vandaag 
- toetsen van de stof die al behandeld is (vragen werkboek)
- als we tijd over hebben: Erik Schreder kijken: onze hersenen

Slide 4 - Tekstslide

Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat je psychologische toestand mede bepalend is voor wat je waarneemt.

Slide 5 - Open vraag

Het ...geheugen kun je zien als een soort werkblad waarop je informatie zet om iets mee te doen.
A
stille
B
zintuigelijk
C
werkgeheugen
D
semantische

Slide 6 - Quizvraag

Je automatische piloot is een goede omschrijving van het ... geheugen.
A
stille
B
autobiografisch
C
zintuigelijk
D
werk

Slide 7 - Quizvraag

Het ... geheugen maakt je een individu en geeft je het besef van je verleden.
A
stille
B
autobiografisch
C
zintuigelijk
D
semantisch

Slide 8 - Quizvraag

Het besef dat een jas een kledingstuk is, wordt geregeld via het ... geheugen
A
semantische
B
autobiografisch
C
stille
D
werk

Slide 9 - Quizvraag

noem 4 punten waardoor emoties opgeroepen worden

Slide 10 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een situatie waarin een zorgvrager tegenstrijdige emoties laat zien.

Slide 11 - Open vraag

Welke invloed hebben tegenstrijdige gevoelens op je wil en je gedrag?

Slide 12 - Open vraag

Vind jij dat jij zelf over een sterke wil beschikt? Waarom wel of niet?

Slide 13 - Open vraag

Motivatie:
Emma gaat zwemmen, want daarna voelt ze zich heerlijk ontspannen.

Slide 14 - Open vraag

Pim leert goed voor zijn toets, omdat hij veel voldoening haalt uit het goed maken van de toets.

Slide 15 - Open vraag

Als Jort zijn zwemdiploma haalt, krijgt hij een cadeau van zijn ouders.

Slide 16 - Open vraag

Manon werkt wat harder nu die nieuwe functie, met loonsverhoging, binnen handbereik is.

Slide 17 - Open vraag

Dirk eet een appel om zijn hongergevoel weg te nemen.

Slide 18 - Open vraag

intrinsiek gemotiveerd

Slide 19 - Woordweb

extrinsiek gemotiveerd

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Video