Start 1.7 Grammatica

H1.7 Grammatica
Pv, o, wg en lv
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H1.7 Grammatica
Pv, o, wg en lv

Slide 1 - Tekstslide

Programma

  • Lesdoelen
  • Voorkennis activeren
  • Uitleg
  • Aan de slag 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. Aan het einde van de les kan je de pv vinden in een zin
  2. Aan het einde van de les kan je het o vinden in een zin.

Slide 3 - Tekstslide

Pietje koopt bloemen voor zijn moeder.
Wat is de pv in deze zin?
A
Pietje
B
koopt
C
bloemen
D
moeder

Slide 4 - Quizvraag

Pietje koopt bloemen voor zijn moeder.
Wat is de wg in deze zin?
A
koopt
B
koopt bloemen
C
koopt voor zijn moeder
D
Pietje koopt

Slide 5 - Quizvraag

Pietje koopt bloemen voor zijn moeder.
Wat is het o in deze zin?
A
Pietje
B
bloemen
C
moeder

Slide 6 - Quizvraag

Sem heeft sushi beloofd.
Wat is de pv in deze zin?
A
Sem
B
heeft
C
beloofd

Slide 7 - Quizvraag

Sem heeft sushi beloofd.
Wat is het wg in deze zin?
A
Sem
B
heeft
C
heeft beloofd
D
beloofd

Slide 8 - Quizvraag

Sem heeft sushi beloofd.
Wat is het lv in deze zin?
A
Sem
B
sushi
C
heeft beloofd
D
heeft

Slide 9 - Quizvraag

Stappenplan ontleden
1 Vind de persoonsvorm (pv). (Is altijd een ww)
Zin van tijd veranderen, pv verandert van vorm
2 Zet zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen.

elk zinsdeel kun je voor de pv zetten, terwijl de zin correct blijft.
3 Benoem het werkwoordelijk gezegde (wg). Alle ww in de zin.
4 Benoem het onderwerp (o). Wie/wat + gezegde = o
5 Benoem het lijdend voorwerp (lv) Wie/wat + gezegde + o = lv

Slide 10 - Tekstslide

Werkwoordelijke gezegde
= alle werkwoorden in de zin (inclusief de pv)

Hoort ook bij wg, terwijl het geen werkwoord is:

- Een voorzetsel bij een splitsbaar werkwoord 
- Het woordje 'te'
- De woorden 'aan het'

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeelden
Mevrouw Fennich eet haar sushi op.
wg: eet op  (opeten = splitsbaar ww)

Mevrouw Fennich ligt te slapen.
wg: ligt te slapen (te)

Mevrouw Fennich is aan het eten.
wg: is aan het eten (aan het)


Slide 12 - Tekstslide

Pietje is de hele dag aan het werken.
Wat is de pv in deze zin?
A
is
B
werken

Slide 13 - Quizvraag

Pietje is de hele dag aan het werken.
Wat is het wg in deze zin?
A
is
B
werken
C
is werken
D
is aan het werken

Slide 14 - Quizvraag

Aan de slag
H1.7 Grammatica

Maken: 
KGT: Opdracht 1, 3 t/m 8
BK: 1 t/m 7

Huiswerk voor morgen
timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide