Grammatica 3.7 / 5.7 (les 1 t/m 3)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leerwerkboek deel A 
  • je schrift / etui
Les 1
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leerwerkboek deel A 
  • je schrift / etui
Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Leerdoelen grammatica 3.7
  • Uitleg beknopte bijzin
  • Werkmoment / controle weektaak
  • SO inzien
  • Vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 3.7 Grammatica
Na deze paragraaf:
  • herken je de samengestelde zin in onderschikking;
  • herken je de beknopte bijzin
  • weet je wanneer deze beknopte bijzin foutief is

Slide 3 - Tekstslide

Beknopte bijzin (p. 222)
Beknopt: bijzin zonder onderwerp en persoonsvorm. 

  1. (om) te + infinitief: Zij probeert onder de plu te schuilen.

Zij probeert of ze onder de plu schuilen kan.

Slide 4 - Tekstslide

Beknopte bijzin (p. 222)
Beknopt: bijzin zonder onderwerp en persoonsvorm. 

  1. (om) te + infinitief: Zij probeert onder de plu te schuilen.
  2. TD: Schuilend onder de plu pakte ze haar sleutel.
Terwijl ze onder de plu schuilde, pakte ze haar sleutel.

Slide 5 - Tekstslide

Beknopte bijzin (p. 222)
Beknopt: bijzin zonder onderwerp en persoonsvorm. 

  1. (om) te + infinitief: Zij probeert onder de plu te schuilen.
  2. TD: Schuilend onder de plu pakte ze haar sleutel.
  3. VD: Uitgeput na een lange werkdag fietste ze naar huis.
Nadat ze na een lange werkdag uitgeput was , fietste ze ...

Slide 6 - Tekstslide

Beknopte bijzin: formuleerfout
Bij beknopte bijzin laat je onderwerp en persoonsvorm weg.

Mag alleen: als onderwerp gelijk is.

Als dat niet zo is, dan sluit deze dus verkeerd aan.

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoel komende toets

In roomboter gebraden eet hij het vlees met smaak op.

Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder.




Slide 8 - Tekstslide

Leerdoel komende toets

In roomboter gebraden eet hij het vlees met smaak op.
HZ : hij = O, BZ: het vlees
Nadat het vlees in roomboter gebraden is, eet hij het vlees met smaak op.

Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder.
HZ: de bus = O, BZ: de chauffeur
Nadat de chauffeur koffie gedronken heeft, reed de bus verder. 



Slide 9 - Tekstslide

Maken
Paragraaf 3.7
Les 1:
  • Maak in je leerwerkboek:  7, 8 en 10.
  • Kijk zelf na.
  • Verbeter indien nodig, begrijp je waarom?
Controle: 
2.7: 3, 4, 5, 7.
3.7: 3, 4, 5, 6

Slide 10 - Tekstslide

Vooruitblik


  • Les 2: verder met 5.7 samentrekking
  • Les 3: leesuur en opdrachten afronden
A en B boek

Slide 11 - Tekstslide

Alles van tafel halend,

liet de leerling een potlood liggen.


Onvoldoende? => mentorles woensdag

Slide 12 - Tekstslide

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leerwerkboek deel A +B
  • je schrift
Les 2

Slide 13 - Tekstslide

Planning
  • Bespreken opdrachten
  • Werkmoment
  • Vooruitblik

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de bijzin? 5a3 (p. 221)
Het feestje gaat niet door,

omdat we niet genoeg aanmeldingen hebben.



b: ontleden

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de bijzin? 5a3 (p. 221)
Het feestje| gaat | niet | door, ||
             o          wg      bwb     wg       

omdat we | niet genoeg aanmeldingen | hebben.
      o                           lv                     wg

Slide 16 - Tekstslide

Neven / onderschikking 6a2 (p. 222)
Water is belangrijk voor je lichaam 

en daarom drink ik het vaak.


b. ontleden

Slide 17 - Tekstslide

Neven / onderschikking 6a2 (p. 222)
Water | is | belangrijk voor je lichaam ||  
        o     ng                           ng                     

en daarom | drink | ik | het | vaak.
              bwb         wg         o      lv       bwb        
 
b. ontleden
NG oefenen p. 60 (1.7)

Slide 18 - Tekstslide

Beknopte bijzin (p. 222) opdr. 7.
Bijzin zonder onderwerp en persoonsvorm. 

  • (om) te + infinitief: Zij probeert onder de plu te schuilen.
  • TD: Schuilend onder de plu pakte ze haar sleutel.
  • VD: Uitgeput na een lange werkdag fietste ze naar huis.


Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen 5.7 Grammatica
Na deze paragraaf:
  • heb je alle zinsdelen herhaald
  • weet je wat een samentrekking is
  • kun je en foutieve samentrekking herkennen en verbeteren

Slide 20 - Tekstslide

Samentrekking (p. 152)

Het is een stereotype 
dat jongens technisch zijn en meisjes verzorgend.

Het is een stereotype dat 
jongens technisch zijn en dat meisjes verzorgend zijn.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Samentrekking (p.152)
Alleen correct als het weggelaten deel:
  1. dezelfde betekenis heeft; (bank => zitten/geld brengen)
  2. dezelfde vorm heeft; (meervoud/enkelvoud)
  3. dezelfde grammaticale functie heeft. 
                                         (bijv. o of lv / hww of zww)

Slide 23 - Tekstslide

Delen toevoegen    12/3 (p. 152)
  • Alleen al de aanhef was superromantisch en voorzien van vele variaties op ‘liefje

  • Alleen al de aanhef was superromantisch en alleen al de aanhef was voorzien van vele variaties op ‘liefje’.

Slide 24 - Tekstslide

Fouten verbeteren 13a2 / 153
Mijn ouders verheugden zich al en ik ook.
                                                   verheugde me

betekenis / vorm / grammaticale functie?

Slide 25 - Tekstslide

Maken
Les 1:
  • Maak in je deel A van 3.7:  7, 8 en 10.
  • Kijk zelf na.
  • Verbeter indien nodig, begrijp je waarom?

Les 2:
  • Maak in je deel B van 5.7:  4, 10, 11 en 13. Bij 10 alleen beknopte zinnen onderstrepen.

Slide 26 - Tekstslide

Zin samen doen 3.7 10.2 (p. 224)
Terwijl deze partij de eerste was, 

dateert de strijd voor dierenrechten al van eerder.

Slide 27 - Tekstslide

Vooruitblik

Leesles, uitleg fictie en opdrachten afmaken

Neem je A en B-boek dus mee!

Slide 28 - Tekstslide

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leerwerkboek deel A+B
  • je leesboek
  • je schrift
Les 3

Slide 29 - Tekstslide

timer
30:00

Slide 30 - Tekstslide

Uitleg fictie
• Je kunt verhaalaspecten (ruimte, personages, thema) in je eigen boek herkennen en beschrijven.

• Je kunt deze vervolgens verbinden/ uitwerken naar een andere tekstsoort of een creatief product

Slide 31 - Tekstslide

Ruimte
  • Geografische ruimte: de plaats waar de gebeurtenissen zich afspelen. werkelijk of verzonnen.
  • Sfeerscheppende ruimte: de beschrijving van de ruimte kan een weergave zijn van de stemming in het verhaal. 
  • Symbolische ruimte: een ruimte kan symbolisch zijn voor de gevoelens van het personage of de situatie waarin het personage zich bevindt. 

Slide 32 - Tekstslide

Hoe uitwerken?
Opdracht A: ruimte > gedicht.
1. Bepaal welke ruimte het belangrijkste is in jouw boek. De schrijver kiest de ruimtes in het verhaal die goed aansluiten bij de gebeurtenissen. Noteer in je verslag in volledige zinnen:
a. Een beschrijving van de belangrijkste ruimte in het verhaal.
b. Een uitleg waarom dit de belangrijkste ruimte is en koppel dit aan die belangrijke gebeurtenis.

Slide 33 - Tekstslide

Opdracht A: ruimte > gedicht
1. In het boek Het Achterhuis van Anne Frank is de schuilruimte achter een draaibare boekenkast de belangrijkste ruimte van het verhaal. Deze ruimte herbergt een aantal kleine kamertjes waarin Anne Frank leefde tijdens de Tweede Wereldoorlog. De kamertje hadden .....
2. Deze ruimte is het belangrijkst in het verhaal, omdat hier Anne Frank haar dagboeken schreef. Ook het feit dat de familie opgesloten zat achter de kast geeft aan hoe zij zich voelden tijdens de oorlog....

Slide 34 - Tekstslide

Opdracht B

Belangrijkste hoofdpersoon 
Karakter en ontwikkling

+

Songtekst
Opdracht C

Thema met
onderbouwing

+

Nieuwe kaft

Slide 35 - Tekstslide

Vooruitblik volgende week
1 les
  • Leerwerkboek deel A en B mee => controle weektaak week 10
  • Leesboek mee 30 minuten lezen
  • 20 minuten werken aan de fictietaak


Slide 36 - Tekstslide

Wat is de beknopte bijzin?

We hebben geleerd netjes met mes en vork te eten.

Slide 37 - Tekstslide

Beknopte bijzin 'ingevuld'.

We hebben geleerd dat we netjes met mes 
en vork moeten te eten.

Slide 38 - Tekstslide

Wat is de bijzin?

Stil luisterend in het donker leek het aantal onbekende geluiden alleen maar toe te nemen.

Slide 39 - Tekstslide

Wat is de bijzin?

Stil luisterend in het donker leek het aantal onbekende geluiden alleen maar toe te nemen.

Slide 40 - Tekstslide

Beknopte bijzin 'ingevuld'

Terwijl we stil luisterden in het donker leek het aantal onbekende geluiden alleen maar toe te nemen.

Wat is het onderwerp?

Slide 41 - Tekstslide